Ziekmakende communicatie: hoe kan de omgeving het herstel van een verslaving blokkeren of bevorderen?

Niet alleen de verslaafde zelf, maar ook de omgeving heeft vaak veel te lijden onder de verslaving. De communicatie is daardoor vaak negatief en verziekt. Als een verslaafde dan in behandeling gaat, is de omgeving in eerste instantie vaak opgelucht. Nu zullen alle problemen eindelijk worden opgelost! Maar naasten van een verslaafde spelen vaak zelf een heel belangrijke rol bij het in stand houden van de verslaving, én ook bij het herstel. Verslaving is een familieziekte. Niet alleen de verslaafde moet veranderen, de omgeving vaak ook. Vier deskundigen geven hun mening over dit onderwerp én een heleboel praktische tips!

Peter Geschiere, systeemtherapeut

Niet: “Mijn zoon die uit zichzelf op moet staan? Dat gaat geheid mis.”
Wel: “Jongen, zet morgen je wekker, je kan die verantwoordelijkheid nu zelf weer dragen.”

“Als systeemtherapeut – het systeem is de omgeving van de cliënt – spreek ik veel met partners van cliënten. Partners zitten vaak heel ‘vol’, ze zijn zwaar belast, draaien in rondjes. Iedereen houdt elkaar gevangen in hetzelfde patroon. De partner wordt boos of juist te beschermend, wat weer een reactie oproept bij de verslaafde, die geen zelfvertrouwen en eigen verantwoordelijkheid ontwikkelt. Bij een trainingsmethode zoals CRAFT [zie uitleg onderaan artikel], is het belangrijk dat je die patronen doorbreekt: dat je je richt op het belonen van goed gedrag, complimenten geeft als iemand iets goeds doet, ook al is het maar een heel klein stapje. Natuurlijk is dat lastig als je als partner zelf nog midden in je eigen emoties zit. Soms laat ik dan de partner eerst zelf ventileren, bijvoorbeeld door hem of haar even apart te nemen.

In een aantal gevallen kan het ook helpen om de focus te verleggen, even niet op het middelengebruik te focussen, maar juist op een ander onderdeel van de relatie: wonen, huishouden, enzovoorts. Zo kan een partner van een verslaafde de wens uitspreken dat hij of zij elke week weer de taak op zich neemt om de vuilnisbak buiten te zetten. Als de cliënt dit oppakt, creëer je al een andere sfeer. Je kunt dit goede gedrag oprecht prijzen, er komt geleidelijk meer vertrouwen en iemand leert weer meer verantwoordelijkheid te nemen.

Een mooi voorbeeld was een 22-jarige GHB-verslaafde die nog bij zijn ouders woonde. De moeder werkte fulltime, de vader was thuis en was 24 uur per dag met die zoon bezig. Hij zette de wekker om 6 uur ’s ochtends om de zoon te wekken en naar zijn werk te brengen, belde enkele keren per dag om te controleren hoe het ging. De jongen ging op een gegeven moment in behandeling. Toen de zoon weer kon gaan werken, vroeg ik de vader of hij nu alleen opstond. ‘Nee, nee,’ zei de vader, ‘dat gaat geheid mis.’ Toen hebben we afgesproken dat hij één keer per week niet zou roepen ’s ochtends. Natuurlijk liet hij dat wel weten aan zijn zoon. Op de eerste ochtend dat de vader niet mocht ingrijpen, lag die wakker in zijn bed en moest knokken om te blijven liggen. Maar het lukte de zoon wel om zelf op te staan. Het succes van de behandeling kwam in dit geval ook door de omgeving. Het belangrijkste is dat een cliënt een netwerk hééft, zelfs al is daar soms sprake van een pathologisch patroon. Beter een kritisch systeem dan geen systeem.”

Danielle Hesseling, ervaringsdeskundige en coach ervaringswerkers

Niet: “Nou kun je toch wel weer gezellig een wijntje mee drinken?”
Wel: “Zullen we vrijdag gaan lunchen in plaats van naar de kroeg gaan?”

Danielle: “Vertrouwen in een herstellend verslaafde is heel belangrijk. Als de omgeving al zegt ‘Het zal wel weer misgaan’, dan is het voor een verslaafde wel érg moeilijk om gemotiveerd te blijven tijdens de behandeling en het herstel. Het is begrijpelijk dat een naaste weinig vertrouwen heeft – dat moet weer groeien, dat kun je niet afdwingen – maar doe dan desnoods maar alsof. Je ligt als verslaafde toch al onder een vergrootglas. Ik ben inmiddels zelf hersteld, maar mijn man heeft na mijn laatste behandeling bekend dat hij er eigenlijk helemaal geen vertrouwen in had, maar dat hij me dat niet wilde laten merken. Dat heb ik enorm gewaardeerd.

Het is belangrijk dat je je als naaste verdiept in hoe verslaving werkt. Een goede vriendin, toch een heel intelligente vrouw, vroeg na mijn behandeling: “Nou kun je toch wel weer gezellig een wijntje mee drinken op een feestje?” Alsof je volledig bent gereset, maar zo werkt dat natuurlijk niet. Het is fijn als mensen rekening houden met de herstellende verslaafde. Zelf alleen maar water drinken in de buurt van een herstellend alcoholist is natuurlijk geen verplichting, maar het helpt niet als mensen uitgebreid aan de wijn gaan zitten onder het mom van ‘ja, jij hebt een probleem, ik niet’. Als mensen hier rekening mee houden, is dat een grote steun. Zo sprak ik altijd af met een vriendin ’s avonds in de kroeg, maar na mijn behandeling nodigde ze me ineens uit voor een lunch overdag. Hartstikke fijn dat ze meedacht.

Het ultieme moment bij communicatie is de uitglijder: als een herstellend verslaafde toch weer even bezwijkt voor de verleiding. Voor de omgeving lijkt dit te bevestigen: zie je wel, het lukt toch niet. Maar bedenk dat het voor een verslaafde precies zo voelt, en dat je als naaste dan een enorm grote, positieve invloed kunt hebben en kunt voorkomen dat iemand het helemaal opgeeft. Een uitglijder is een heel normaal onderdeel van het herstel, waar je ook veel van kunt leren. Dus in plaats van zeggen ‘Zie je wel! En nu zijn we weer helemaal bij af!’ kun je ook zeggen: ‘Kom op, het ging toch hartstikke goed? Morgen weer de schouders eronder en dan gaan we er weer voor!’

Maar zelfs een netwerk dat niet altijd ideaal reageert, is nog beter dan helemaal geen netwerk. Bedenk ook dat de meeste mensen in de omgeving het echt goed bedoelen en het beste met je voor hebben, maar zelf óók beschadigd zijn geraakt. Verslaving is een familieziekte. En zoals de verslaafde kan herstellen, kan de naaste dat ook.”

Angela Aben, systeemtherapeut bij jongeren

Niet: “Het is een en al ellende met hem, er is helemaal niks leuks meer aan.”
Wel: “Vroeger was het een aardige, sociale jongen. Dat zit er nog steeds in, en daar werken we samen weer naartoe.”

“Als systeembegeleider bij Kentra24, waar we jongeren behandelen, zie ik heel vaak ook de ouders. Voor elke verslaafde is de omgeving van belang, maar voor jongeren geldt dat nog veel sterker. Alleen al om praktische redenen: jongeren staan vaak nog niet op eigen benen. Maar ook emotioneel is de steun heel belangrijk. Hoe beter de jongere, behandelaar en ouders samenwerken, hoe meer kans van slagen een jongere heeft. Daarnaast kennen ouders hun kind heel goed, en hebben ze veel informatie over hun zoon en dochter die wij kunnen gebruiken in de behandeling. Hun betrokkenheid is dus heel waardevol.

Bij de ouders is het vertrouwen vaak weg. Het is heel belangrijk dat de ouders betrokken worden bij de behandeling, zodat ze de verandering zien en het vertrouwen langzaam weer groeit. Daarbij is het ook van belang dat de ouders begrijpen dat herstel een kwestie is van vallen en opstaan, en dat een terugval of uitglijder er vaak bij hoort. We komen ook ouders tegen die het idee hebben ‘we leveren ons kind af, dan wordt het probleem opgelost en krijgen we hem of haar perfect weer terug’, maar ze moeten ook zelf leren om anders met de problemen om te gaan. Bijvoorbeeld door te leren de positieve dingen te benadrukken. Je kan daarmee heel klein beginnen als je nog niet zoveel positiefs ziet, door bijvoorbeeld een compliment te geven dat je het fijn vindt dat je zoon aan tafel mee eet, of dat je blij bent dat je dochter haar tas niet in de kamer laat slingeren. Goed gedrag moet worden beloond, maar in het begin vinden ouders het soms lastig om iets positiefs te zien. Ze blijven dan in het negatieve hangen, wat logisch is, maar niet helpt. Bij ouders die echt elk positief gevoel zijn kwijtgeraakt, vraag ik soms: ‘Hoe was hij toen hij klein was?’ Dat weten ze natuurlijk nog heel goed. Dan zeg ik dat we daar weer naar toe gaan werken.”

Peter Greeven, hoofd behandelzaken

Niet: “Nou, hier is weer een krat bier om jouw en mijn leven verder te verpesten.”
Maar: “Ik hou van je en ik wil samen met jou hulp zoeken, maar ik haal geen bier meer voor je.”

“Je hebt ongeveer een miljoen verslaafden in Nederland, maar daarnaast ook nog drie of vier miljoen mensen in de omgeving die daar zwaar onder lijden. Hier moet meer aandacht voor komen. Met CRAFT ondersteun je de naastbetrokkenen, bied je hen de handvatten waar ze zo naar snakken. Bij deze methode verschuiven we de nadruk van negatieve naar positieve communicatie. Dus in plaats van ‘Lig je nou weer in je bed te rotten?’, zeg je bijvoorbeeld: ‘Als jij nou eerst je kamer even opruimt, kijken we daarna samen een film’. Door de CRAFT-methode verbetert de communicatie en daarmee bevorder je ook het herstel van de verslaving.

Daarnaast is er ook nog een groep verslaafden die helemaal niet in behandeling komt. Via CRAFT kan de omgeving ervoor zorgen dat de verslaafde toch hulp gaat zoeken. In 80% van de gevallen lukt dat! Gezinsleden helpen hun verslaafde partner, ouder of kind uit de negatieve spiraal te komen. Niet alleen door positieve communicatie, maar ook door het stellen van grenzen. Op een effectieve en rustige manier, zonder dat dat ontaardt in ruzie. Veel gezinsleden faciliteren de verslaving ook en gaan zo voor een deel negatieve gevolgen tegen. Ze halen bijvoorbeeld bier, geven geld, doen klussen die de ander zou moeten doen en praten het gedrag naar buiten goed. Maar als een partner voortaan zegt: ‘Als jij wilt drinken, prima, maar daar wil ik niet bij zijn, dus dan ga ik iets leuks doen buitenshuis’, of ‘Ik hou van je en ik wil samen hulp zoeken, maar ik haal geen bier meer voor jou’, dan voelt een verslaafde op een begripvolle manier veel meer de consequenties van het gebruik.

De CRAFT-methode wordt ook in groepen voor naasten aangeboden binnen de verslavingszorg. Hiermee ondersteun je naasten via lotgenotencontact en voorkom je veel psychisch leed – en dus uiteindelijk ook behandeling van burn-out en andere psychische klachten van de naasten – maar ook draagt het eraan bij dat de verslaafde persoon uiteindelijk richting behandeling wordt geleid. We zijn wel bezig met een online module gebaseerd op CRAFT, maar training in groepen voegt zoveel toe. Helaas zijn juist veel initiatieven voor de omgeving wegbezuinigd en gemeentes willen deze vorm van hulp niet financieren. Terwijl er voldoende evidentie is dat CRAFT zowel gezinsleden als de verslaafde zelf uit een negatieve spiraal krijgt.”

Wat is CRAFT?

CRAFT staat voor Community Reinforcement Approach Family Training. Het is een variant op de behandelmethode CRA. Bij CRAFT wordt de omgeving getraind om op een andere manier met de verslaafde om te gaan. Er is een zelfhulpboek gebaseerd op de CRAFT-methode beschikbaar: ‘Een verslaving in huis: zelfhulpboek voor naastbetrokkenen’ (Nederlandse editie, P. Greeven & H. Roozen)