Terugblik Gemeentelijk domein derde kwartaal 2018

Het gemeentelijk domein omvat veel verschillende activiteiten – van jeugdzorg tot medische heroïne-units – maar al deze activiteiten hebben als gemeenschappelijk doel om mensen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving te helpen. Er gebeurt veel binnen het gemeentelijk domein en ook in het derde kwartaal vonden bijzondere ontwikkelingen plaats. In deze nieuwsbrief leest u over:

  • cijfers testservice 2017;
  • veldonderzoek Nuland;
  • ex-cliënten Kentra24 worden opgeleid tot peersupporter;
  • Kentra24 aan de slag bij ‘Sterk Huis’.

Cijfers testservice 2017

Al 15 jaar kunnen gebruikers in zeven Brabantse steden bij onze testservice terecht om pillen, poeders en vloeistoffen te laten testen. De testservice is onderdeel van DIMS (Drugs Informatie en Monitoring Systeem), dat is ondergebracht bij het Trimbos-instituut. DIMS heeft 32 testservices door het hele land. DIMS geeft zicht op en inzicht in ontwikkelingen die zich voordoen op de Nederlandse drugsmarkt en de werkzame stoffen en samenstelling van middelen. Bij het aantreffen van vervuilde drugs met een groot risico voor de gezondheid, volgt er een regionale of landelijke waarschuwingscampagne (Red Alert). Zie ook het artikel dat hier eerder over is verschenen.

Niet voor ouders

Preventiewerker Charles Dorpmans, coördinator van de NK-testlocaties, noemt nog een belangrijk doel van de testservice: “Via de testservice komen wij in contact met gebruikers en gaan met hen in gesprek over drugs en drugsgebruik, met de boodschap dat het gebruik van drugs altijd risico’s met zich meebrengt. Ook als de consument de uitslag goed vindt.”

Bij de testservice melden zich soms ook ouders met samples die ze bij hun kind gevonden hebben. Zij willen achterhalen of hun kind drugs gebruikt. “We testen echter nooit voor ouders,” zegt Charles. “Alleen gebruikers zelf kunnen drugs laten testen. Uiteraard gaan we wel met die ouder in gesprek en verwijzen desgewenst naar andere mogelijkheden.”

Xtc koploper

Dat de testservice inmiddels veel bekendheid heeft en voorziet in een behoefte, blijkt wel uit de cijfers. In 2017 lieten 1.813 consumenten hun drugs testen. In de meeste gevallen werd xtc aangeboden (859 keer), gevolgd door cocaïne (210 keer) en speed (11 keer). Klik hier voor de volledige rapportage over 2017.

Veldonderzoek Nuland

Op verzoek van gemeenten doen preventiewerkers van NK onderzoek naar het gebruik van drugs en/of alcohol in Brabantse gemeenten. Doel is de mate van gebruik in de betreffende gemeente inzichtelijk te maken en op basis daarvan preventieve maatregelen te nemen. Eind vorig jaar trokken netwerkpartners in Nuland bij de gemeente aan de bel met signalen over drugsgebruik. Daarop werd de preventieafdeling gevraag een voorverkenning uit te voeren. Op basis van die verkenning gaat de gemeente met onze organisatie en andere netwerkpartners in gesprek over vervolgstappen.

Een van de onderzoekers is preventiewerker Patrick van Zon. Patrick: “We hebben de verkenning in Nuland uitgevoerd met de zogenaamde RAR-methode, dit staat voor Rapid Assessment and Respons. Begin dit jaar zijn we sleutelfiguren uit het jongerennetwerk gaan interviewen met een vaste vragenlijst. En via hen kregen we ook contact met een aantal jongeren met wie we in gesprek zijn gegaan over drugsgebruik in de gemeente. We waren vooral ongerust over de signalen van gebruik van ketamine. Het gebruik van die drug geeft grote risico’s. Ketamine heeft een groot verslavingspotentieel: er kan in tegenstelling tot andere trippers gemakkelijk psychische afhankelijkheid optreden. Door tolerantie heb je bovendien een steeds hogere dosis nodig. Langdurig ketaminegebruik is daarnaast schadelijk voor blaas en nieren.”

Bij deze voorverkenning in Nuland zijn geen aanwijzingen aangetroffen dat er sprake is van een extreme situatie. Net als in alle Brabantse steden en dorpen worden ook in Nuland drugs gebruikt. Om daar meer zicht op te krijgen, en met name met betrekking tot ketaminegebruik, zou vervolgonderzoek nodig zijn. Patrick: ”Drugsgebruik is al lang niet meer een exclusief probleem van de grote steden. Ook in plattelandsgemeenten krijgt men te maken met drugsgebruik. Daar vallen de excessen echter eerder op, trekken sleutelfiguren eerder aan de bel. De jongeren die wij tot nu gesproken hebben, doen er geheel ten onrechte vrij laconiek over. Zo kregen we van hen het volgende opvallende advies: “richt je meer op 12- en 13-jarigen, wij zijn toch al naar de kloten”. Dat advies maakt opnieuw duidelijk dat drugsgebruik langzaam maar zeker steeds normaler wordt. Een probleem dat we in de hele regio via het project ‘Drugs, dat kunnen we hier niet gebruiken’ willen aanpakken. Klik hier voor het volledige rapport.

Ex-cliënten Kentra24 worden opgeleid tot peersupporter

Onlangs is een pilot gestart waarin preventiewerkers Hanneke van Weert en Patrick van Zon ex-cliënten van Kentra24 opleiden tot peersupporter. De bedoeling is dat de ex-cliënten na een korte opleiding kunnen worden ingezet bij preventieactiviteiten. Zij kunnen dan vanuit hun eigen ervaring in gesprek gaan met en als vraagbaak dienen voor jonge gebruikers.

Afgelopen donderdag is gestart met de eerste twee aspirant-peersupporters. Hanneke en Patrick hebben met hen jongerencentra en ontmoetingsplekken van jongeren bezocht in Oss, Heesch en Uden. Ze hebben de vindplaatsen laten zien en het duo met de doelgroep kennis laten maken. Deze eerste kennismaking is de aspirant peers goed bevallen. De opleiding krijg nu een vervolg met een deskundigheidsbevordering van beide kandidaten. Aansluitend wordt een uitgebreidere kennismaking met de doelgroep gepland, waarbij de aanstaande peersupporters in gesprek gaan met de jongeren. Dan wordt definitief besloten of zij als peersupporter aan de slag kunnen.

Kentra24 aan de slag bij ‘Sterk huis’

Met ingang van 1 oktober heeft Kentra24 twee medewerkers gedetacheerd bij ‘Sterk huis’, een Tilburgse instelling die op vele terreinen hulp biedt. Wilma van den Oetelaar en Eefje Cools zijn voor respectievelijk acht en vier uur gestationeerd in het zogenaamde Fasehuis. Daar worden jongeren tussen 16 en 18 jaar getraind om zelfstandig te kunnen wonen. Wilma: “Veel van de jongeren van het Fasehuis gebruiken drugs. Het formele beleid is dat gebruikende jongeren weg moeten. In de praktijk gebeurt dat vooral bij gebruik van harddrugs; blowen wordt gedoogd als dat de begeleiding niet in de weg staat. Onze taak is divers: we praten met jongeren en begeleiders over hun gebruik, we adviseren en scholen medewerkers in het signaleren van gebruik en dit bespreekbaar maken en we adviseren de leiding over het beleid. Om hier goed invulling aan te geven, zitten we bij de cliëntbespreking en zijn we aanwezig op de afdeling.”

“We zijn nog zoekende naar wat allemaal moet gebeuren”, vervolgt Wilma. “We gaan beginnen met  individuele gesprekken met jongeren en begeleiders. Maar we willen later modules gaan inzetten als terugvalpreventie, cognitieve gedragstraining en sociale vaardigheidstraining, waarmee we in onze kliniek in Sint-Oedenrode werken. Die moeten we dan wel aanpassen, omdat het Fasehuis een andere setting heeft. Overigens hebben niet alle gebruikende jongeren een probleem. We hebben dus ook een preventieve taak om ervoor te zorgen dat dat zo blijft.”

De detachering is een proeftuin, waarin gedaan wordt wat ‘Sterk huis’ op dat moment nodig heeft. Wilma en Eefje zijn zich daarom ook nog aan het oriënteren. Wellicht is het nodig om hun uren uit te breiden. En er wordt bekeken of zij ook op andere afdelingen ingezet moeten of kunnen worden. Doel van het project is uiteindelijk dat leiding en medewerkers van ‘Sterk huis’ zelf met drugsgebruik leren omgaan.