Unieke therapie helpt mensen met borderline en verslaving: “Het is vooral heel veel onmacht en eenzaamheid”

Over de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) wordt veel geschreven: ‘borderliners’ zouden destructieve en manipulatieve mensen zijn, onmogelijk om mee om te gaan. Robert Spierings, verpleegkundig GGZ-specialist bij NK, vindt dat soort beschrijvingen vreselijk. Robert: “Ik doe daar niet aan mee. Manipulatief impliceert bijvoorbeeld dat je bepaald gedrag bewust vertoont, maar in mijn ogen schreeuwt de onmacht erdoorheen. Deze mensen hebben ernstige problemen.” BPS is een stoornis die, zeker in combinatie met middelengebruik, veel problemen en vooral heel veel eenzaamheid tot gevolg heeft. Maar gelukkig is er een therapie om deze doelgroep te helpen: de mentalization based treatment.

Robert: “Bij mensen met borderline zie je veel instabiele relaties en stemmingsproblemen. Daar zit waarschijnlijk een genetische component in, zoals een temperamentvol karakter, maar de oorzaken van het ontwikkelen van een BPS liggen vooral in de jeugd. Mensen met borderline zijn als kind meestal ‘onveilig gehecht’. Ze hadden ouders die, vaak omdat ze zelf ook problemen hadden, heel inconsistent waren in de opvoeding. Hetzelfde gedrag van het kind werd de ene keer beloond en de andere keer bestraft. Door die onvoorspelbaarheid heeft het kind nooit leren vertrouwen op anderen. Daardoor kan zich een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, zoals borderline.”

Tot wanhoop gedreven

“Mensen met borderline hebben geen vertrouwen in anderen, en evenmin in henzelf. Ze zijn heel slecht in ‘mentaliseren’: nadenken over gevoelens, overtuigingen en gedachten. Overtuigingen zijn bij hen daardoor heel rigide. Als ze bijvoorbeeld het gevoel hebben door iemand in de steek te zijn gelaten, dan is dat gevoel een absolute waarheid. Dat soort overtuigingen dicteren de relaties die ze hebben. Dat leidt tot destructief en grensoverschrijdend gedrag, zoals ontrouw: mensen zoeken dan als het ware redding bij iemand anders. De partner wordt vaak tot wanhoop gedreven. Daarom hebben mensen met borderline vaak een heel spoor van verbroken relaties achter zich. Uiteindelijk hebben ze zoveel angst voor een relatie dat ze er niet meer aan beginnen, maar omdat ze er wel intens naar verlangen, zijn ze ontzettend eenzaam. Niet zelden leidt dat tot suïcidepogingen.”

Dempen en stimuleren

Om de extreme, negatieve gevoelens te dempen die gekoppeld zijn aan rigide overtuigingen, kunnen mensen met borderline naar genotmiddelen grijpen, zoals alcohol. Robert: “Daardoor neemt die sterke emotie natuurlijk af, maar daardoor schieten ze weer in de modus dat ze helemaal niets meer voelen. Dan kunnen ze juist weer stimulerende middelen gaan gebruiken. Maar terwijl ze in die vicieuze cirkel zitten, leren ze nooit op een gezondere manier omgaan met de gedachten en emoties die hen volledig in hun grip houden.”

Aan jezelf twijfelen is gezond

Bij MBT – mentalization based treatment – leren mensen met borderline om te mentalizeren: na te denken en te praten over hun gedachten en emoties. Robert: “Een belangrijk deel daarvan vindt plaats tijdens groepstherapie. We focussen daarbij op het hier en nu. Het nadenken over jezelf, de ander en de relatie wordt daarbij gestimuleerd. ‘Waarom reageer je nu zo? Wat gebeurt er nu tussen jou en mij? Het lijkt alsof wat je denkt waar is, maar laten we dat samen eens onderzoeken.’ Zo leren ze afstand te nemen van hun eigen absolute waarheid. Aan jezelf twijfelen is eigenlijk heel gezond!”

Oprecht en betrouwbaar

Voor een therapeut is goede timing daarbij essentieel. Als de emotie nog heel erg hoog zit, is het vooral belangrijk om steunend en empathisch te zijn. Robert: “Je gaat dan niet inhoudelijk in discussie, dat heeft totaal geen zin, maar je geeft aan dat je ziet dat iets hen heel erg aangrijpt, dat iets belangrijk voor hen is. Pas als de emotie enigszins zakt, kun je op zoek gaan naar de patronen in het gedrag, naar het onderliggende gevoel. Oprechtheid en betrouwbaarheid zijn daarbij sleutelbegrippen. Als jouw gedrag als behandelaar consistent en voorspelbaar is, kunnen cliënten zich hechten aan jou, en zo ook weer langzaamaan gaan geloven dat een relatie ook voor hen mogelijk is.”

Niet goed genoeg

“Dat kan een heel bijzonder proces zijn. Zo had ik als cliënt een jonge vrouw die haar hele jeugd van haar ouders gehoord had dat ze niet goed genoeg was, dat ze zich niet gedroeg zoals het hoorde. Bij haar was het vooral ‘doen alsof’. Zij had volledig afstand genomen van haar eigen emoties, en was verslaafd geraakt aan stimulerende middelen om nog maar íets te voelen. In de loop van de behandeling begreep ze waarom ze eigenlijk middelen gebruikte, en kon ze heel langzaam weer gaan vertrouwen op de behandelaars, wat in het begin heel erg moeilijk voor haar was. Ze leerde veel beter reflecteren op wat ze eigenlijk voelde en dacht, en bereikte daarin een gezond evenwicht. Ze verliet klachtenvrij de kliniek, verbrak de relatie met haar gebruikende vriend en ging studeren. Ik kwam haar laatst, twee jaar later, toevallig tegen, en ze was nog steeds klachtenvrij, clean, had een baan en een relatie. Dat is voor een therapeut ook heel bijzonder, want een oprecht hechtingsproces is wederzijds. Het is fantastisch dat je met de juiste ‘taal’ ook echt cliënten op ziet knappen.”