Verslavingsreclassering en Forensische verslavingszorg 2017 en vierde kwartaal

Cliënten die verslaafd zijn en delicten hebben gepleegd en daardoor met justitie in aanraking zijn gekomen, worden bij NK begeleid door de Verslavingsreclassering (VR) en zo nodig behandeld door de Forensische verslavingszorg (FVZ). Meestal gebeurt dit binnen een justitieel kader, in opdracht van of na verwijzing door het OM. Beide afdelingen hebben voortdurend oog voor kwaliteit en innovatie om ook voor deze cliënten Nieuwe Kansen mogelijk te maken. Hieronder een terugblik op het vierde kwartaal van 2017. Maar eerst een beknopt overzicht van de highlights van heel 2017, zoals het behalen van verschillende kwaliteitscertificaten: een erkenning voor het goede werk van de VR en de FVZ! 

Hoogtepunten VR en FVZ in 2017

Erkenning voor hoge kwaliteit

Kwaliteit staat hoog in het vaandel bij de VR en FVZ. VR en FVZ zijn dan ook blij met de behaalde HKZ- en HKZ-R-certificaten het afgelopen jaar. De FVZ kreeg van het landelijke kwaliteitsnetwerk zes ‘parels’ uitgereikt, onder andere voor de inzet van ervaringsdeskundigen, het stimulerend behandelklimaat en de samenwerking met de Verslavingsreclassering.

Reclassering aan de slag met jongeren

De succesvolle leefstijltraining wordt in 2017 in het kader van een pilot ook aan jeugdigen aangeboden. Hierin is intensief samengewerkt met de Raad voor de Kinderbescherming. Als de training het gewenste effect sorteert, worden de gedragstrainingen voor jongeren vanaf 16 jaar landelijk uitgerold. Verderop in deze nieuwsbrief vindt u een korte terugblik.

De reclasseringsbalie: VR op locatie

Samenwerking en korte lijnen binnen het justitiële veld zijn essentieel voor een succesvolle re-integratie van cliënten met een ‘justitiële titel’. Een mooi initiatief op dit gebied is de reclasseringsbalie. In 2017 heeft de VR kantoorruimte gekregen bij het Openbaar Ministerie. Een aantal dagdelen is daar een VR-collega aanwezig, om ter plekke advies te kunnen geven en een snelle doorgeleiding naar de VR mogelijk te maken.

Samenwerking FVZ met Novafarm-Grip

In het nazorgtraject van de FVZ is het doel om cliënten weer – zoveel mogelijk zelfstandig – mee te laten doen in de samenleving: dit voorkomt terugval in de verslaving én in oude, mogelijk criminele gewoonten. Daartoe werkt de FVZ samen met Novafarm-Grip. Cliënten worden begeleid bij het werken en wonen op een van de zorgboerderijen, zodat ze weer kunnen wennen aan een dag- en nachtritme, tijdsbesteding en huisvesting.

Recent (vierde kwartaal) hebben op het gebied van Verslavingsreclassering de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden.

VR terug in de Penitentiaire Inrichting

Per 1 januari is het landelijk beleid dat er weer reclasseringswerkers binnen de muren van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) ingezet worden. Dat beleid vloeit voort uit het project ‘Ruim baan’, waarvan de insteek was om zo snel mogelijk die interventies uit te voeren die nodig zijn. Vanuit dat vertrekpunt gaan de reclasseringswerkers ter plekke een traject uitstippelen voor hulpverlening en begeleiding, zowel voor de periode in het Huis van Bewaring als voor de nazorg. In ons werkgebied gaat het om de PI’s in Vught en Grave. In beide PI’s wordt een reclasseringswerker gestationeerd voor 18 uur. Zodra er geschikte kandidaten zijn gevonden, wordt hiermee gestart. 

GDI behoeft nog verbeterslag

In het kader van het project ‘Slimmer reclasseren’ is VR als pilot gaan werken met een nieuw diagnose-instrument (GDI: Geïntegreerd Diagnose Instrument). GDI zou vooral gebruiksvriendelijker moeten zijn dan de bestaande huidige diagnose-instrumenten. De pilot is inmiddels afgerond. Geconcludeerd werd, mede op basis van de bevindingen van onze VR-medewerkers, dat het GDI op een aantal punten nog verbetering behoeft. Aanvankelijk was het de bedoeling om vanaf januari de reclasseringswerkers speciale trainingen aan te bieden om met GDI te kunnen werken. De landelijke implementatie is nu echter uitgesteld tot maart/april. Onze VR heeft wel al een aantal trainers klaarstaan om de eigen mensen op te leiden zodra het licht op groen gaat.

Gedragstraining jongeren (vervolg op eerdere kwartaalberichten)

De succesvolle, wetenschappelijk onderbouwde gedragstrainingen voor volwassenen, werden in 2017 als pilot uitgevoerd bij jongeren vanaf 16 jaar. Inmiddels is de eerste training bijna afgerond en zijn er al meer jeugdige kandidaten geselecteerd die de trainingen zullen krijgen.

VR-trainer Marijke de Veer blikt terug: “Ik zit nu in de afrondingsfase van de training met een jongen van 17. Deze is nogal wisselend verlopen. Hij blowde veel en was niet trouw met zijn afspraken, mede door zijn verslavingsproblematiek. Gaandeweg is dat wel verbeterd. De jongen had weinig probleeminzicht: hij ervaarde weinig last van het blowen en het spijbelen van school. We zijn heel erg laagdrempelig begonnen, om zicht te krijgen op wat hem wel boeide en om zijn motivatie te vergroten. Daarop heeft hij na het afwegen van voor- en nadelen van zijn gedrag keuzes gemaakt: hij is voor nu gestopt met school en wil minder gaan blowen. Voor dat laatste was het van belang eerst voor de jongen belangrijke zaken te versterken. Een voorbeeld hiervan was het behalen van zijn rijbewijs. Moeder wilde dat betalen, op voorwaarde dat hij zou stoppen met blowen. Ook besefte hij dat blowen kan leiden tot inname van zijn rijbewijs. Dat hielp hem om minder te blowen en uiteindelijk zelfs te stoppen. De jongen moet nu nog enkele sessies volgen, maar ik verwacht dat we deze training  succesvol kunnen afronden.”

Verdiepingsdiagnostiek: snelheid geboden

Op verzoek van onze VR voert de FVZ verdiepingsdiagnostiek uit. In een relatief korte tijd van twee tot vier weken wordt ten behoeve van een adviesrapport voor de rechter over een wetsovertreder bij wie psychische problemen vermoedelijk een rol spelen, een behandel- en bejegeningsplan opgesteld. Dit gebeurt zowel voor ingeschreven cliënten als voor cliënten die nog geen behandeling krijgen binnen NK.

Psycholoog Kayleigh van Doremalen van de FVZ Midden-West voert de onderzoeken uit. Kayleigh: “Het verdiepingsonderzoek en het advies dat daar uitkomt, staan onder behoorlijke tijdsdruk. Ik zie de meeste cliënten zo’n vier tot vijf keer. De eerste keer praten we over de levensloop en de klachten die de cliënt heeft. Dat leidt tot een of meer hypotheses, waarna ik in het vervolgtraject via testen check of mijn veronderstellingen kloppen. Als ik bijvoorbeeld een verstandelijke beperking vermoed, voer ik een intelligentietest uit. Op basis van die testen breng ik advies uit, waarmee de reclassering aan de slag kan. Overigens doe ik daarin geen uitspraken over het recidiverisico, dat is niet de bedoeling van verdiepingsdiagnostiek.”

Het lukt niet in alle gevallen om in die tijdspanne een volledig beeld te krijgen van de problemen van de cliënt. Kayleigh: “Ik kan in die relatief korte tijd bij complexe problematiek geen DSM-classificatie voor de cliënt opstellen. Als blijkt dat de psychische problemen nogal complex, en soms chronisch, zijn, adviseer ik een verwijzing naar onze behandeling binnen onze eigen afdeling.”