Verslavingsreclassering grijpt sneller in bij beginnende criminelen

Binnen de 3RO (de drie Nederlandse reclasseringsorganisaties: Verslavingsreclassering, Reclassering Nederland en de reclassering van het Leger des Heils) waait een nieuwe wind. Onder de naam ‘Ruim baan voor betekenisvol reclasseren’ of kortweg ‘Ruim baan’ wordt het traditionele productdenken (uitvoeren van geprotocolleerde taken die samenhangen met rechtszaken) deels losgelaten en wordt de aandacht gericht op ‘doen wat nodig is’ voor een nieuwe doelgroep: zo snel mogelijk in gesprek gaan met beginnende criminelen en verwarde personen met vaak zware achterliggende problematiek, en hen als dat nodig is verwijzen naar de hulpverlening. Daarmee kan worden voorkomen dat problemen uit de hand lopen en een beginnende crimineel een zware crimineel wordt. Wij vroegen manager Sinead Pothoven en kwartiermaker Brigitte Kikkert naar de stand van zaken en de gevolgen van de koerswijziging.

Beginnende criminelen

Sinead: “Ons traditionele aanbod bestaat vooral uit producten voor cliënten die wegens een delict worden of zijn veroordeeld. Dit soort taken, zoals het adviseren van het Openbaar Ministerie, justitiële rapportages maken en toezicht en werkstraffen uitvoeren, blijven nuttig en nodig, maar het is mooi dat we met Ruim baan financiële ruimte hebben gekregen van het Ministerie van Justitie om daarnaast aandacht te geven aan wetsovertreders die aangehouden zijn voor lichte vergrijpen.”

Een deel van het budget van de Verslavingsreclassering gaat voortaan niet zozeer naar ‘wat moeten wij bieden’, maar naar ‘doen wat nodig is’ voor een nieuwe doelgroep en op een vroeg moment in het justitiële traject – of liever nog ter voorkoming van een justitieel traject. Sinead: “Zo snel mogelijk na het delict gaan we in gesprek met beginnende criminelen met veelal stevige achterliggende (verslavings)problematiek. Op basis van dat gesprek schatten we in of hulpverlening nodig is en verwijzen we de betrokkene naar onze collega’s van de verslavingszorg of een andere instelling. Die gesprekken voeren we vaak in de thuissituatie, waardoor we meteen de omgeving bij de aanpak van problemen kunnen betrekken.”

Minder ‘plankzaken’

Sinead: “De geringe ernst van het delict leidde bij het Openbaar Ministerie (OM) in het verleden tot ‘plankzaken’, waarbij er vaak een lange doorlooptijd was voor er een beslissing volgde. Met de introductie van de ZSM-werkwijze – zo snel en zo ‘samen’ mogelijk – vijf jaar geleden, is er door samen te werken in de strafrechtketen al veel vooruitgang geboekt en worden zaken sneller afgedaan. Maar de aan rechtszaken gekoppelde producten van de reclassering sloten hier nog niet helemaal goed op aan: die waren vastomlijnd en kenden vaak een langere doorlooptijd. Sinds dit jaar hebben we de ruimte gekregen om te onderzoeken welke interventies passend zijn. Hierdoor kunnen we al in een vroeg stadium contact leggen met de verdachte om te onderzoeken wat nodig is, bijvoorbeeld een behandeling bij Novadic-Kentron. Ondanks de achtergrond en problemen van deze doelgroep, bleven zij voorheen vaak jarenlang uit beeld, terwijl hun problemen gemakkelijk tot nieuwe delicten zouden kunnen leiden. Met deze ruimte voor maatwerk kunnen we in een nog vroeger stadium acties uitzetten om zo de kans op recidive te verkleinen. Beter voor deze doelgroep, maar ook spelen we zo beter in op de wensen van onze opdrachtgevers.”

ZSM en Ruim Baan

Nederland kent verschillende ZSM-locaties waar collega’s van de strafrechtketen (OM, Politie, Reclassering, Slachtofferhulp en Raad van de Kinderbescherming) iedere dag met elkaar alle aanhoudingen binnen het arrondissement bespreken en afhandelen. Sinead: “Sinds de start van ZSM wisselen de reclasseringsorganisaties hun diensten gedurende zeven dagen per week onderling af. Het werd voor de reclassering tijd om zich meer te kunnen verdiepen in een doelgroep die nog niet eerder zo snel in beeld kwam. Vaak werd pas bij een inverzekeringstelling de reclassering ingeschakeld. Nu kunnen we, met de ruimte die we gekregen hebben in 2016, al vrij vroeg onderzoeken wat een verdachte nodig heeft. Iedere partner zorgt voor input en advies hoe een aanhouding afgehandeld dient te worden.” 

Doen wat nodig is

Sinead: “De ervaringen die we al met de ZSM-werkwijze hebben opgedaan, worden nu op alle ZSM-locaties in Nederland – waar ook wij aan deelnemen – gebruikt om te onderzoeken wat in ieder arrondissement nodig is om door te gaan met Ruim baan. Landelijk zijn er per arrondissement kwartiermakers aangesteld om de beweging in gang te zetten en van productdenken de omslag te maken naar ‘doen wat nodig is’.”

Van kwaad tot erger

Brigitte Kikkert is als kwartiermaker, samen met een collega van Reclassering Nederland, bezig met de verdere implementatie van Ruim baan in het arrondissement Zeeland/West-Brabant: “De grootste winst is de preventieve werking die uitgaat van de nieuwe aanpak. Door de aanhouding en een dreigende strafrechtelijke vervolging zijn cliënten op dat moment gemotiveerd voor een gesprek en eventueel vervolgtraject, wat betekent dat we aan de slag kunnen met achterliggende problematiek. De zorg en re-integratie verkleinen de kans op het verergeren van het criminele gedrag. Vergeet niet dat bij het plegen van bijvoorbeeld diefstal ook een zekere gewenning optreedt, het begint gewoon te worden. En dan gaat het vaak van kwaad tot erger. Door op een vroeg moment in te grijpen, voorkomen we die ontwikkeling.”

Geen strafblad

Uiteraard heeft de samenleving veel baat bij de nieuwe werkwijze. Door de kans op recidive in een vroeg stadium zo veel mogelijk te verkleinen, wordt het justitiële apparaat ontlast en de samenleving veiliger. Maar ook voor de cliënt heeft het uiteraard voordelen. Brigitte: “Als de cliënt meewerkt, wordt zijn óf haar zaak – al of niet voorwaardelijk – geseponeerd en krijgt hij geen strafblad. En als hij grip krijgt op de achterliggende problemen, zeker bij verslavingsproblemen, heeft hij daar op alle levensgebieden en zijn hele leven lang profijt van.”