Aantal hulpvragers verslavingszorg licht gedaald in 2014

Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ) heeft vorige week de Kerncijfers Verslavingszorg 2014 gepresenteerd. Hieruit blijkt dat er vorig jaar ruim 67.000 unieke personen in behandeling geweest zijn in de verslavingszorg. Het aantal hulpvragers is in 2014 licht gedaald met 2% ten opzichte van 2013. Het is niet duidelijk of dit te maken heeft met allerlei wettelijke en financiële beperkingen, waardoor cliënten zich niet aanmelden, of met de toenemende concurrentie door particuliere aanbieders, die over het algemeen niet aanleveren aan IVZ. De gemiddelde leeftijd van de cliënten bedraagt ruim 41 jaar en kent reeds een langere verslavingsgeschiedenis. Van alle hulpvragers heeft bijna 80 procent een autochtone achtergrond. Dit komt overeen met het percantage autochtonen in de algemene bevolking. Het aandeel ouderen is toegenomen: 18% is inmiddels ouder dan 55 jaar (tien jaar geleden was dit nog 11%). Ook het aandeel jongeren is toegenomen tot zo een 13%. De gemiddelde leeftijd van de nieuwkomers in de verslavingszorg is de afgelopen jaren gestaag afgenomen, van 38 jaar naar 35,5 jaar. Voor ongeveer de helft van het aantal cliënten was het een eerste aanmelding. Vooral bij cocaïne en opiaten is er vaak sprake van meerdere behandel-episoden waardoor de behandelgeschiedenis vrij omvangrijk is bij deze groep.

Alcohol

Alcohol blijft de belangrijkste oorzaak voor de hulpvraag in de verslavingszorg. Van de ruim 67.000 hulpvragers in 2014 kloppen er ruim 30.000 met een primaire alcoholhulpvraag aan. Het aandeel jongeren (<25 jaar) is in de afgelopen jaren gestegen. In 2005 betrof het 3% van alle alcoholhulpvragers, in 2014 is dit aandeel gestegen naar 6%. Dit zijn bijna 1.800 jongeren. Hiervan zijn er 750 jonger dan 20 jaar. Het aandeel ouderen (55-plussers) met een alcoholhulpvraag is eveneens gestegen van 21% in 2005 naar 27% in 2014.

Opiaten

In 2014 waren er circa 9.600 cliënten (grotendeels mensen die chronisch een beroep op de zorg doen) met een hulpvraag voor opiaten (met name heroïne) in de verslavingszorg. Dit aantal neemt verder af.

De gemiddelde leeftijd stijgt naar 47 jaar en bijna één op de vier is ouder dan 55 jaar. Minder dan 1% is jonger dan 25 jaar. Van de totale groep kampt 66% met meer dan één verslavingsprobleem. Er melden zich vrijwel geen nieuwe cliënten voor de behandeling van opiaatverslaving; de cliënten met opiatenproblematiek zijn over het algemeen het langst in zorg.

Cocaïne

In 2014 deden circa 7.500 personen een beroep op de hulpverlening voor cocaïneproblemen. Na een sterke toename van het aantal hulpvragers tussen eind jaren negentig en 2008 is er de laatste jaren sprake van een daling in de omvang van de cocaïnegerelateerde hulpvraag. Het aandeel jongeren hierin is de afgelopen tien jaar gedaald, van 16% in 2005 tot 9% in 2014.

Cannabis

In 2014 waren er circa 11.000 personen die hulp zochten voor cannabis. Hiermee is cannabis na alcohol de meest voorkomende hulpvraag in de verslavingszorg. Eén op de zes personen in de verslavingszorg heeft cannabis als primaire problematiek. Na een forse stijging tot 2011 is de hulpvraag sindsdien ongeveer gelijk gebleven. Cannabis blijkt de belangrijkste problematiek onder jongeren in de verslavingszorg: ongeveer de helft van de hulpvragers onder 25 jaar heeft een cannabishulpvraag. In tweederde van de gevallen is sprake van uitsluitend problemen met cannabis.

GHB

De hulpvraag bij GHB groeide tussen 2007 en 2012 van circa 60 naar ruim 750 in 2012. In 2013 en 2014 zet deze groei niet door. In 2014 doen 790 personen een beroep op hulp bij problematisch gebruik van GHB. Het aandeel jongeren (< 25 jaar) is met 22% gedaald. Het aandeel vrouwen ligt in vergelijking met andere problematieken met 37% relatief hoog. Het aandeel personen dat in zorg blijft of terugkeert neemt toe, derhalve daalt het aandeel nieuwkomers.

Amfetamine en Ecstasy

De hulpvraag voor amfetamine is de afgelopen tien jaar bijna elk jaar toegenomen. In 2014 betreft het 1.675 hulpvragers, merendeels autochtonen tussen de 25 en 40 jaar. Het aandeel jongeren is gedaald van 47% in 2005 naar 25% in 2014.

De hulpvraag voor ecstasy is met 105 personen in 2014 een zeer kleine groep in de verslavingszorg. De gemiddelde leeftijd van de hulpvragers voor ecstasy bedraagt 24 jaar en daarmee is de ecstasy-hulpvrager gemiddeld de jongste in de verslavingszorg.

Gokken

De afgelopen tien jaar is het beroep op de hulpverlening vanwege gokproblematiek licht gedaald.

Hulpvragers met primair gokproblematiek zijn grotendeels autochtone mannen van rond de 40 jaar. De verhouding tussen nieuwe en bekende hulpvragers met gokproblematiek is met een aantal schommelingen in de afgelopen 10 jaar min of meer gelijk gebleven. Circa 30% is in 2014 voor het eerst aangemeld bij de verslavingszorg. We zien wat dat betreft dus nog geen stijging door het gewijzigde kansspelbeleid en de mogelijkheden die internet biedt.

Op deze pagina vind je een link naar het volledige rapport