Van rommel in je leven tot je eigen bric-à-bracwinkel: ambulante begeleiding thuis helpt cliënten aan nieuwe start

Herstellen van een verslaving is al moeilijk zat. Maar als je daarnaast ook nog allerlei praktische, financiële en sociale problemen hebt, zie je soms gewoon niet meer hoe je je leven weer op orde krijgt. Problemen met je huurbaas, financiën, je kinderen, met het organiseren van werk en je huishouden… Het leven kan behoorlijk ingewikkeld worden. Maar dan is er gelukkig het team ambulante begeleiding van NK! De casemanagers Wmo bij NK (Wmo is hulp die door de gemeente wordt betaald), helpen mensen in hun eigen omgeving bij de problemen die ze door hun verslaving hebben. Doel: zelfstandig blijven of worden, thuis blijven wonen en weer meedoen in de maatschappij. Dennis Goossens en Laura Delmee vertellen over hun werk: over afwassen, schoffelen en het vinden van onverwachte schatten in een huis dat op een oerwoud lijkt…  

Samen afwassen

Laura: “De mensen die ik begeleid, zitten meestal in een hulpverleningstraject bij een van onze collega’s, bijvoorbeeld het FACT-team. Ik help hen thuis bij allerlei praktische zaken. Die pakken we soms letterlijk samen op; je kunt mij zo maar samen met de cliënt zien afwassen, de tuin schoffelen of boodschappen zien doen. Als we zo samen bezig zijn, levert dat goede gesprekken op, is mijn ervaring. Overigens is het zeker niet de bedoeling om alles over te nemen. Het is juist de bedoeling dat de cliënt de touwtjes weer meer in eigen hand neemt.”

Betrokken en gelijkwaardig

Ook Dennis werkt op deze manier: “Samen met de cliënt bespreken we wat hij of zij nodig heeft. Op basis van dat gesprek maken we voor iedere cliënt een begeleidingsplan op maat. Sleutelwoorden binnen ons werk zijn betrokkenheid en gelijkwaardigheid. We kunnen goed luisteren en nemen de cliënt serieus. Daarmee scheppen we een vertrouwensband, zodat we beste uit onze cliënten naar boven halen. Vanzelfsprekend praten we ook over verslavingsproblemen. Maar het doel is toch vooral om overlast voor de cliënt en zijn of haar omgeving te voorkomen of te verminderen.”

Het gaat goed met mijnheer B

We hebben Laura en Dennis gevraagd om hun werk te illustreren aan de hand van een recent praktijkvoorbeeld. Laura: “Sinds november 2019 ben ik casemanager Wmo bij meneer B. Meneer B was destijds pas ontslagen uit de kliniek waar hij was behandeld wegens een forse alcohol- en cocaïneverslaving. Hij gebruikte dagelijks drugs en alcohol, had geen steunende omgeving en de mensen om hem heen waren vrijwel allemaal vrienden uit de scene. Ik ben begonnen de cliënt zo’n twee keer per week thuis te bezoeken en daarnaast had ik een aantal telefonische contacten door de week heen.”

“De motivatie van meneer B was meteen al groot. Zijn doel: weer mogen zorgen voor zijn kinderen, met wie hij op dat moment geen contact mocht hebben. Er waren problemen met de financiën, ondanks het feit dat er een bewindvoerder was betrokken. Er is toen in overleg een nieuwe bewindvoerder aangesteld. Ook hebben we samen een financieel plan gemaakt. Met succes: meneer B is nu schuldenvrij en heeft een mooi budget om de week mee door te komen!”

“Voor zijn lichamelijke problemen heb ik een betrokken huisarts gezocht en voor de problemen rondom jeugdzorg is de cliënt is in behandeling geweest bij een systeemtherapeute. Ook heb ik meneer B ondersteund bij gesprekken met jeugdzorg, met de ex-partner en met zijn kinderen. Met als uiteindelijk resultaat dat de cliënt zijn kinderen ruim vier dagen in de week mag en kan zien! Een enorme mijlpaal!”

“Ten slotte waren er problemen met de woning van de cliënt. Ik ben actief aan de slag gegaan met reageren op sociale huurwoningen en inmiddels is de cliënt verhuisd naar een zelfgekozen woonplaats. Hier kan hij met een schone lei beginnen: een nieuwe start! Al met al heeft meneer B veel bereikt in een korte periode, zijn motivatie is nog steeds groot en hij is sinds zijn behandeling en met de hulp van individuele ondersteuning vrij van middelen! Daar ben ik trots op – en meneer B natuurlijk ook!”

Een eigen winkeltje voor Alexandra

Dennis: “Ik kwam met Alexandra* in contact via haar behandelaar. De behandeling van haar alcoholverslaving liep op zijn eind en begeleiding in de thuissituatie was gewenst. We hebben vanaf het eerste gesprek een klik. Dat voelt goed. Al snel wordt duidelijk dat Alexandra ietwat druk is: ze praat honderduit en haar verhaal gaat van hot naar her. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat Alexandra haar leven niet op orde krijgt: het is altijd rommelig en druk.”

“Een week later heb ik de eerste afspraak bij haar thuis. Haar huis lijkt op een soort oerwoud. Ik schat dat er in en om de huiskamer zo’n tachtig kamerplanten staan. Naast de huiskamer zijn er twee slaapkamers. In een ervan staan een bed en veel verhuisdozen, de andere is tot het plafond gevuld met dozen. Glunderend vertelt ze dat daar spullen in zitten die ze dertig jaar verzameld heeft om een bric-à-bracwinkeltje te beginnen.”

“En zowaar, als we de dozen openen, blijken het geen typische rommelmarktspullen, maar echt mooie stukken: ze heeft al die tijd bewust gezocht naar pareltjes op rommelmarkten en in kringloopwinkels. Alexandra heeft ook al een ruimte voor een winkeltje. We besluiten om de volgende keer bij het winkeltje af te spreken. De ruimte blijkt vochtig, koud en slecht onderhouden. Er zit een soort magazijndeur in, maar die is kapot. Ze heeft al een kozijn met loopdeur gekocht en een oom zou die kunnen plaatsen. Maar Alexandra durft die oom niet goed te bellen, vanwege haar verleden. Ik vraag Alexandra of het goed is dat ik contact leg met die oom. Die oom en trouwens ook de tante vinden het fantastisch om te horen hoe het gaat en wat de plannen zijn. Binnen twee weken zit de deur erin!”

“Ik spreek met Alexandra af om samen stap voor stap het winkeltje verder op te knappen. De rommel wegbrengen, vloerbedekking leggen, planken aan de muur, et cetera. Ook moeten nog enkele praktische zaken worden geregeld waarmee ik Alexandra help, zoals een afspraak bij de Kamer van Koophandel en een programma kopen om een website te maken.”

“Steeds meer oude vrienden en familieleden keren terug in het leven van Alexandra. Zij komen regelmatig helpen, wat erg stimulerend werkt. Vlak voor de eerste coronagolf organiseren we een verhuisdag. Alle dozen gaan van haar flat naar het winkeltje. Familie en vrienden met auto’s komen helpen. De weken erna wordt het winkeltje ingericht. Ze heeft zoveel spullen dat een deel opgeslagen moet worden. Via Marktplaats verkoopt ze steeds wat spulletjes, zodat ze bijvoorbeeld een pot verf kan kopen. Alle inkomsten moeten apart worden bijgehouden om niet in de problemen te komen met de Belastingdienst. De contactpersoon van de Kamer van Koophandel helpt hierbij.”

“Deze hele periode duurt zowat een jaar en wordt ook gekenmerkt door ups en downs op het gebied van haar verslaving. Op sommige momenten komt er niets uit haar handen en voeren we gesprekken over het nut van de winkel, op andere momenten kan ze doorpakken. Gelukkig kan ik haar wel steeds bewegen om door te zetten. Van een webwinkel ziet ze af, omdat de verkoop via Marktplaats goed loopt. Het winkeltje loopt prima!”

“Einde van de zomer, tijdens een afspraak, moet Alexandra mij iets vertellen. Het huilen staat haar nader dan het lachen, maar ze wil het toch doorzetten. Ze wil helemaal op eigen benen staan en wil eigenlijk stoppen met de Wmo. Hoewel ik ook een keer moet slikken, is dit natuurlijk waar we het voor doen. Als wij onszelf overbodig kunnen maken is dat helemaal goed!”

* fictieve naam