Blog Walther Tibosch: er zijn grenzen…

In het park zie ik vier kinderen spelen rondom een bankje waar enkele ouderen gezellig zitten te keuvelen. De kinderen worden steeds luidruchtiger, baldadiger en brutaler. Ze vallen ook regelmatig de ouderen lastig. De ouders die even verderop zitten, zien en horen het gebeuren, maar gaan onverstoorbaar verder met hun activiteiten. De ouderen ondervinden steeds meer hinder en zien zich uiteindelijk genoodzaakt te vertrekken: de lol is eraf. 

Op werkbezoek in een van de klinieken zie ik cliënten en medewerkers actief in de weer met het voorbereiden van de lunch en een groepsbespreking. Eén van de cliënten is heel brutaal en zet een grote mond op. De medewerker wordt behoorlijk onheus toegesproken. De situatie gaat voorbij en de cliënt wordt er niet op aangesproken. Ik zag dat de medewerker aangedaan was. Ook niet bepaald motiverend als je je uiterste best doet om vervolgens te worden afgeblaft.

Dit zijn allebei voorbeelden van niet begrenzen. Om samen te kunnen leven in groepen, gezinnen, wijken, onze samenleving, is de basisvoorwaarde dat we rekening houden met elkaar. Er is een wederzijdsheid in ons doen en laten. Wat je doet, heeft invloed op anderen, en hoe die reageert, heeft weer invloed op jou.

Daarom zijn er grenzen aan ons gedrag. En daarom is het ook goed dat als iemand last heeft van het gedrag van een ander, dat die ander daarop wordt aangesproken. Kleine kinderen zijn de grenzen nog aan het verkennen. Ouders dragen bij aan hun ontwikkeling tot gezonde, sociale volwassenen als ze hun kinderen leren wat de consequenties van hun handelen zijn voor anderen en wat wel en niet op prijs wordt gesteld. Maar ook volwassenen hebben soms nog moeite om rekening te houden met anderen en hun eigen gedrag af te stemmen op hun omgeving. Als je dit gewoon maar laat gebeuren, zeg je eigenlijk: “Ik vind het acceptabel wat jij doet.”

De meeste mensen vinden het moeilijk om een ander aan te spreken. We verduren soms liever lange tijd dat iemand ons lastig valt, schoffeert of stoort, dan dat we er iets van zeggen. Maar als jij het belangrijk vindt om mensen fijn te behandelen, betekent dat niet alleen dat je je prettig gedraagt tegenover anderen, maar ook tegenover jezelf. Dat betekent dus ook dat jij jouw grenzen aangeeft. Met begrenzen dragen we bij aan een goede en positieve sfeer en een goed behandelklimaat in de klinieken, gezinnen, wijken en de samenleving. Fijn behandeld begint bij onszelf!