De wijkrechtbank: hulp in plaats van straf

In onze rechtsstaat worden overtredingen en delicten bestraft. Dat is al sinds mensenheugenis het geval. In een grijs verleden gebeurde dat op barbaarse wijze door bijvoorbeeld zweep- en stokslagen, een hand afhakken, vierendelen of ophangen. Die tijd ligt gelukkig ver achter ons. Nu worden boetes, werk- en gevangenisstraffen opgelegd. Om de maatschappij te beschermen, en om te laten zien dat het overtreden van weten en regels niet wordt geaccepteerd. Maar is gevangenisstraf ook het beste middel om recidive te voorkomen? Wat als iemand vanwege een uitzichtloze financiële situatie en torenhoge schulden een diefstal pleegt of de zolder heeft verbouwd tot wietplantage? Of als iemand vanwege psychische problemen of een verslaving een ander tegen de grond slaat? Helpt het dan om iemand op te sluiten? Misschien is hulp dan veel effectiever. Deze nieuwe aanpak wordt uitgeprobeerd in de wijkrechtbank.

Oud-Woensel: veel overlast en criminaliteit

De rechtbank in Oost-Brabant start in samenspraak met het Openbaar Ministerie en de gemeente Eindhoven in april 2019 de wijkrechtbank als proefproject in de Eindhovense wijk Oud-Woensel, een wijk waar relatief veel overlast en criminaliteit voorkomt. Eric Traa, unitmanager van het verslavingsreclasseringsteam Arrondissement Den Bosch (waaronder regio Eindhoven): “Wij werken binnen NK graag mee aan deze proef. De wijkrechtbank is afgeleid van het in de Verenigde Staten met succes ingevoerde ‘Community Court’. De hoofdofficier van het arrondissement maakte tijdens een werkbezoek kennis met deze vorm van rechtspraak. Hij was direct enthousiast, bracht het ter sprake in ons reguliere overleg met het OM en ook wij, samen met de andere reclasseringsinstanties in Nederland, hebben het idee direct omarmd. Het is immers onze kerntaak om mensen met een justitiële titel te begeleiden en recidive te voorkomen. Ik ben ervan overtuigd dat we daartoe met de wijkrechtbank nog beter in staat zijn.”

First offender

Eric legt uit hoe de wijkrechtbank werkt: “In de wijkrechtbank staat niet het strafbare feit, maar de mens daarachter centraal. Wijkbewoners die als ‘first offender’ een niet al te zwaar delict hebben gepleegd en daarover een bekentenis hebben afgelegd, worden voorgeleid voor de rechter. Dat hoeft niet in een officiële rechtbank plaats te vinden, maar kan gewoon in een locatie in de wijk, of bij de kantonrechtbank tot een geschikte locatie gevonden is. De wijkrechter kan dan als er sprake is van delictgerelateerde problemen als schulden, psychische nood, verslaving of verveling een hulpverleningstraject opleggen. De veroordeelde wordt dan geacht om in vier maanden die onderliggende problemen aan te pakken. Dat hoeft hij of zij niet alleen te doen: ketenpartners in de wijk helpen daarbij. Als het om veroordeelden gaat met wie de verslavingsreclassering bemoeienis heeft, zal onze organisatie daarin een rol spelen. Senior reclasseringswerker Karlijn de Vos heeft die taak op zich genomen.”

Direct zin om in te stappen

Karlijn was meteen gemotiveerd toen ze gevraagd werd voor deze klus. Karlijn: “Het project in Oud-Woensel moet nog beginnen, maar ik had direct zin om in te stappen. Samen met twee collega’s van Reclassering Nederland krijgen we casussen voorgedragen. Inmiddels hebben we een eerste casus waarvoor na de casuïstiekbespreking een plan van aanpak wordt opgesteld, inclusief de partijen die betrokken zouden moeten worden. Denk daarbij niet alleen aan de reclassering, maar ook aan bijvoorbeeld de woningbouwvereniging, generalisten van WijEindhoven, verslavingszorg en het Gemeentelijk De-escalatieteam, het GDT. Het GDT vervult de rol van regievoerder. Vervolgens gaat een van de drie reclasseringswerkers mee naar de zitting, die binnen vier weken gepland wordt om de snelheid erin te houden. De wijkrechter vraagt de veroordeelde of hij of zij mee wil werken aan het begeleidingsplan. Dit is niet verplicht: bij weigering volgt een reguliere strafrechtelijke afhandeling van de zaak bij een reguliere rechtbank.”

Straf als stok achter de deur

Maar ook als de veroordeelde wel meedoet, blijft strafrechtelijke afhandeling een stok achter de deur. Karlijn: “Na afloop van de opgelegde begeleidingsperiode moet hij of zij opnieuw naar de wijkrechtbank. De wijkrechter toetst dan of de veroordeelde er voldoende in is geslaagd zijn of haar problemen aan te pakken. Mijn reclasseringscollega’s of ik leveren daarvoor een voortgangsverslag aan en indien nodig zijn we daar weer bij aanwezig. Als de wijkrechter van mening is dat er nauwelijks vooruitgang is geboekt, moet de veroordeelde alsnog voorkomen en zal de rechter van een reguliere rechtbank een passende straf opleggen.”

Positieve verwachtingen

Karlijn weet nog niet of de wijkrechtbank ook in Nederland zijn waarde zal bewijzen: “Maar de enthousiaste verhalen over de ‘community court’ in Amerika zijn veelbelovend. Natuurlijk kan een maatschappij niet zonder boetes en straffen. Maar ik verwacht dat de wijkrechtbank zeker een uitkomst kan zijn voor de groep ‘first offenders’ die bij hun bekentenis al in enige mate spijt hebben betuigd en met hun medewerking aan het behandelplan aangegeven hebben hun situatie te willen veranderen. De toekomst zal uitwijzen of mijn positieve verwachtingen terecht zijn. Ik wil je over een tijdje graag bijpraten aan de hand van de praktijk!”