De zakflacon whisky in de la: de harde feiten over alcohol en werk

Uit films en van tv kennen we allemaal wel het beeld van de overwerkte directeur die in de la van zijn bureau een zakflacon whisky verstopt heeft om af en toe een slok uit te kunnen nemen. Maar hoe serieus is het probleem van alcohol op het werk? Hoe vaak gebeurt dit? Wat zijn de gevolgen en wat kost dit het bedrijfsleven? Veel bedrijven ervaren openlijk praten over hun alcoholbeleid als taboe. Het wekt al snel de indruk dat je je organisatie niet op orde hebt. Maar het is al net als met die zakflacon in de la: dat het verborgen is, wil niet zeggen dat het niet bestaat. Sterker nog, het komt overal en veelvuldig voor.

Hoe veel alcohol wordt gedronken op het werk?

Uit onderzoek* blijkt dat 4% van de werknemers wel eens drinkt voor of tijdens werktijd. Dit onderzoek maakte gebruik van interviews en vragenlijsten, dus de kans bestaat dat hier sprake is van enige sociale wenselijkheid en dat het cijfer in werkelijkheid nog wat hoger is. Hoewel niet is gevraagd naar het waar en hoe, is aannemelijk dat dit niet alleen gaat om stiekem drinken, maar ook drinken tijdens de lunch (bijvoorbeeld een zakenlunch buiten kantoor), tijdens pauzes (verfrissend biertje in een hete fabriekshal), bij personele aangelegenheden (recepties) en gewoon tussendoor (bijvoorbeeld in de horeca en de amusementssector). Maar het probleem is veel groter dan drinken tijdens het werk: excessieve drinkers functioneren ook minder goed op het werk als ze niet tijdens werktijd drinken. En dan worden de cijfers ineens heel anders, want 21% van de beroepsbevolking is een excessieve drinker.

Wat zijn de kosten van alcoholgebruik voor het bedrijfsleven?

Wat betekent dit voor een bedrijf? Over heel Nederland worden de maatschappelijke kosten voor het bedrijfsleven geschat op 2 miljard euro per jaar aan verzuimkosten en productieverlies (rapport KPMG uit 2001: 1,5 miljard euro, gecorrigeerd voor inflatie). Problematische drinkers hebben een lagere productie, leveren minder kwaliteit en hebben een slechtere relatie met collega’s en klanten. Ze verzuimen vaker, meestal kortdurend. In lagere functies gebeurt dit overigens vaker: in hogere functies houden drinkers hun problemen langer verborgen. Ook zijn probleemdrinkers vaker betrokken bij bedrijfsongevallen (naar schatting twee tot vier keer zo vaak).

Werkgever kan belangrijke rol spelen

De kosten van excessief alcoholgebruik onder werknemers voor een bedrijf zijn dus hoog, maar voor de werknemer nog veel hoger. Excessief alcoholgebruik heeft niet alleen grote gevolgen voor de gezondheid (een groter risico op allerlei soorten kanker, maag- en leverziektes, hersenaandoeningen, enzovoorts) maar ook op het gebied van psychisch welzijn (verslaving), relaties, hobby’s, enzovoorts. Alcoholverslaafden lopen uit schaamte vaak jaren rond met hun problemen voor ze hulp zoeken, terwijl de kans op volledig herstel groter is als er tijdig wordt ingegrepen. Vaak is het de omgeving die het beslissende zetje geeft. Daar kan de werkgever een belangrijke rol in spelen: een gesprek met een niet-veroordelende, betrokken en bezorgde werkgever kan voor een werknemer aanleiding zijn om de problemen aan te pakken.

Signalen van overmatig alcoholgebruik of alcoholmisbruik

Belangrijk is dan wel dat de werkgever die problemen herkent. Enkele signalen:

  • frequenter verzuim;
  • afwezigheid of te laat komen met vage excuses;
  • lange pauzes en onregelmatig werkpatroon;
  • betrokkenheid bij ongelukjes;
  • lagere concentratie;
  • slechtere kwaliteit werk;
  • slechtere relatie collega’s en klanten;
  • klachten of melding van derden;
  • troebele blik;
  • dranklucht;
  • trillende handen;
  • opgeblazen gezicht;
  • onverzorgd uiterlijk;
  • gewichtsverlies;
  • vaak naar toilet.

Natuurlijk hoeft een signaal lang niet altijd op problemen met alcohol te wijzen! Maar wel kan het bundelen van signalen, het delen van zorg en het bespreekbaar maken met de werknemer duidelijkheid geven over wat er aan de hand is.

Hoe kunnen wij bedrijven helpen?

Veel bedrijven worstelen met dit soort problemen. Kentra Business – onderdeel van Novadic-Kentron – gaat met bedrijven in gesprek en biedt maatwerk, volledig afgestemd op de wensen van het bedrijf. We kunnen bijvoorbeeld helpen met het vormgeven van beleid, preventieve maatregelen opstellen, of een training verzorgen voor de medewerkers. Zo nodig betrekken we ook andere professionals uit ons netwerk, zodat bijvoorbeeld een training over middelen gecombineerd kan worden met een agressieregulatietraining. Uiteraard kunnen we ook cliënten of medewerkers begeleiden of, indien nodig, behandelen. Enkele voorbeelden:

Incidenten op de fabrieksvloer door alcohol of drugs

Een producent binnen de transportsector constateerde ‘incidenten’ bij medewerkers door problemen met alcohol of drugs. Ze hadden daarover echter niks op papier staan. Wij hebben dit bedrijf geholpen met het opstellen en uitvoeren van beleid. Ook hebben wij de medewerkers getraind.

Zerotolerancebeleid binnen de veiligheidssector

Een bedrijf in de veiligheidssector voerde een ‘zerotolerancebeleid’ ten aanzien van drugs- en alcoholgebruik op het werk. Bij gebruik door de medewerker volgde ontslag op staande voet. Met dit bedrijf zijn wij in gesprek gegaan over de meest effectieve aanpak. De werkgever voelde zich verantwoordelijk voor de gezondheid van de medewerkers, maar besefte ook dat een zerotolerancebeleid een open en veilig klimaat in de weg kan staan.

LVB-cliënten extra kwetsbaar

Een instelling in de LVB-branche (Licht Verstandelijke Beperking) werd regelmatig geconfronteerd met cliënten die alcohol of drugs gebruikten. Deze kwetsbare cliënten zijn gevoeliger voor druk en minder weerbaar en worden bovendien regelmatig uitgebuit door anderen (ook door dealers). Zie ook het artikel elders in dit magazine. Wij hebben de medewerkers van de instelling getraind in het signaleren en bespreekbaar maken van het middelengebruik. Daarnaast hebben wij afspraken gemaakt over mogelijke doorverwijzing van cliënten.

Meer weten?

Neem contact met ons op!

* Het meest recente grootschalige onderzoek is van het IVO (2003).