Forensische cliënten door resocialisatie-unit beter voorbereid op terugkeer in de maatschappij: “Ik werk nu minimaal twintig uur per week en dat vind ik keileuk”

Hoe kom je weer verder als je vast hebt gezeten? En ook nog eens verslaafd was? Op de Forensische verslavingsafdeling (FVA) van NK wordt gewerkt aan de problemen die hebben bijgedragen aan verkeerde keuzes in het verleden. Maar dan ben je er nog niet. Psychotherapeut Annemarie van Asseldonk: “Wij werken op de FVA vaak met lange opnames, tot een maximum van twee jaar. Onze cliënten hebben vaak geen woning en bezigheden meer. Daardoor raakten ze hun motivatie kwijt. Na de behandeling moesten ze terugvallen op opvangvoorzieningen, wat de kans op terugval in gebruik en delictgedrag enorm vergrootte. Daarom zijn we gestart met de resocialisatie-unit.” Annemarie en twee cliënten vertellen hoe dit helpt om écht een nieuwe start te maken.

De resocialisatie-unit is begin dit jaar geopend. Doel van de resocialisatie-unit is cliënten in de laatste stap van hun behandeling intensief voor te bereiden op een terugkeer in de maatschappij. Annemarie:  “Leren omgaan met eigen verantwoordelijkheden, zelfredzaamheid, dagbesteding en een eigen woonruimte zijn daarvoor essentieel. We leggen de prioriteit vooral op dagbesteding. Alle cliënten van de unit moeten minimaal twintig uur per week iets om handen hebben. Dat is in de meeste gevallen vrijwilligerswerk, maar kan ook een taakstraf, betaald werk of een opleiding zijn. Daarnaast krijgen de cliënten individuele therapie en worden zij begeleid door een collega van onze verslavingsreclassering.”

Avondje stappen

Die twintig uur is een absolute voorwaarde voor opname op de afdeling. Annemarie: “Als cliënten op een bepaald moment – door hun eigen keuzes en gedrag – die twintig uur niet halen of daarin structureel tekort schieten, dan gaan wij daarover het gesprek aan met de vraag of ze wel voldoende gemotiveerd zijn. Ze gaan dan terug naar de behandelafdeling of met ontslag. Zinvolle dagbesteding na ontslag is nodig om op het rechte pad te blijven.”

Voor de unit is een aparte vleugel van het gebouw ingericht met in totaal acht bedden. Annemarie: “De cliënten werken daar samen aan hun terugkeer in de maatschappij. Ze leren omgaan met eigen verantwoordelijkheden op gebieden als financiën, eten, hygiëne en huishoudelijke taken. De forensische behandelafdeling is een gesloten afdeling, waarin veel verantwoordelijkheid overgenomen wordt door de begeleiders. Op de unit hebben cliënten zelf de volledige regie. Als iemand bij wijze van spreken een avondje wil gaan stappen, dan kan dat. Dat past in het streven om cliënten te leren weer op eigen benen te staan. Natuurlijk stellen wij dan wel de vraag of iemand daar goed over nagedacht heeft en wat hij of zij verwacht dat het op zal leveren.  Steekproefsgewijs controleren we op middelengebruik.”

Leren loslaten

Dit vraagt natuurlijk ook wat van de behandelaars. Annemarie: “Een van de belangrijkste opdrachten die we als team hebben, is om onszelf een andere houding aan te leren. Op de FVA bepalen we veel voor de cliënt, op de unit moeten we leren accepteren dat cliënten zelf de regie hebben. Dat betekent dat wij, maar ook onze VR-collega’s, moeten leren om los te laten. Cliënten die uitstromen naar de resocialisatie-unit, krijgen het vertrouwen om zelfstandig te zijn. Het is aan hen hoe ze met dat vertrouwen omgaan. Overigens werken alle teamleden zowel op de behandel- als de resocialisatieafdeling, zodat er continuïteit blijft voor de cliënten.”

Na de unit stromen cliënten uit naar een eigen woning. Dat kan een zelfstandige woning zijn, waarbij cliënten op sommige deelterreinen nog begeleid worden, of een vorm van begeleid wonen. Een enkeling kan terug naar de ouders of partner als de gezinssituatie stabiel genoeg is. Annemarie: “In de startfase zijn twee cliënten uitgestroomd. Mede door de coronacrisis is dat wat achter gebleven bij onze verwachtingen, doordat cliënten niet aan hun twintig uur daginvulling konden komen en onvoldoende konden oefenen in het omgaan met eigen verantwoordelijkheden,. Op dit moment staan vier cliënten op de nominatie om op korte termijn uit te stromen.”

Twee cliënten die het goed doen en binnenkort uitstromen zijn Peter* (39 jaar) en Simone*(56 jaar).

De sleutel van een eigen woning

Peter: “Ik ben vanaf mijn vijftiende verslaafd aan allerlei drugs, ik heb zowat alles gebruikt. Dat heeft geleid tot een fiks aantal gevangenisstraffen en klinische opnames. In januari ben ik, als onderdeel van een straf, opgenomen op de behandelafdeling. Ik ben nu vijf weken op de resocialisatie-unit. Ik werk 24 uur per week bij de Kringloop in Vught. Daarnaast heb ik nog twee keer per week individuele therapie, neem ik deel aan alle groepsactiviteiten en verricht ik huishoudelijke taken. Ik ben nu meer naar buiten gericht en regel meer zaken zelf. Dat bevalt me goed. Volgende week krijg ik via bureau Nazorg gedetineerden in Den Bosch de sleutel van een woning voor een periode van een jaar. Dat is wel spannend, maar ik kijk ernaar uit om op eigen benen te staan. Ik sta er positief in en heb al goede stappen gezet door de behandeling. Ik ben nu al 31 maanden  clean, dus ik ga nuchter de buitenwereld in. Dat wil ik graag zo houden en ik heb er ook alle vertrouwen in dat dat gaat lukken.”

Broodjeszaak en kledingwinkel

Simone: “Ik ben begin dit jaar op de Forensische verslavingsafdeling terecht gekomen. Door mijn alcoholverslaving ben ik in aanraking gekomen met Justitie. Sinds twee maanden werk ik op de resocialisatie-unit aan mijn terugkeer in het normale leven. Ik zie de unit als een goede tussenstap om weer op eigen benen te staan. Ik werk minimaal twintig uur per week bij Reinier van Arkel: in het kledingwinkeltje en bij de broodjeszaak. Ook verricht ik hand- en spandiensten bij bijzondere activiteiten van de instelling, zoals in het activiteitencentrum waar laatst Willeke Alberti optrad en bij de Social run in september. Ik ben kapster van origine en knip op de afdeling medecliënten. Ik heb dus genoeg te doen en vind wat ik doe keileuk. Ik ga binnenkort bij mijn dochter inwonen, en kan daar volgend jaar op mezelf wonen omdat mijn dochter en haar man voor het werk naar het buitenland moeten. Van daaruit wil ik dit werk blijven doen. De alcohol is nu onder controle en ik ben ervan overtuigd dat dat zo blijft. Ik heb teveel te verliezen als ik weer terugval in de drank. Ik heb altijd voor de kinderen en de kleinkinderen gezorgd, nu ga ik ook voor mezelf zorgen.”

*Gefingeerde namen