“Corona lijkt hier niet te bestaan”: het leven in de Bossche dag- en nachtopvang ten tijde van corona

Voor de cliënten in de dag- en nachtopvang in Den Bosch bestaat corona niet of nauwelijks. Ze zijn eigenlijk maar met één ding bezig en dat is: gebruiken. In die wereld is geen ruimte voor corona. Natuurlijk zijn er volop maatregelen genomen in de opvang en draagt iedereen verplicht een mondkapje. Maar als je even niet oplet, zit dat mondkapje zo weer op het voorhoofd. Toch is er in al die tijd geen enkele cliënt in de opvang besmet geraakt met corona en dat is opvallend. We praten met teamleiders Emmy Bouwmans en Sanne Jennen en met ervaringsdeskundig begeleider Corryne Dijsselbloem over het leven in de Bossche dag- en nachtopvang ten tijde van corona.

“De meeste cliënten in onze opvang houden zich totaal niet bezig met corona,” begint Corryne te vertellen. “Corona lijkt hier niet te bestaan. Soms ben ik me daar pas weer van bewust als ik naar buiten loop om naar huis te gaan. Dan zie ik de lege straten en denk ik: oh ja. Natuurlijk hebben we in de opvang veel aangepast en de nodige maatregelen genomen, maar het is soms best lastig om cliënten zich aan de regels te laten houden. Ze hebben geen of weinig besef van de risico’s. Ze dragen een mondkapje omdat het van mij moet, maar zelf maken ze zich er echt niet druk om.”

Zijn wie je bent, mét verslaving

De mensen die gebruikmaken van de dag- en nachtopvang kampen met zware psychiatrische problemen en jarenlange verslaving. Omdat ze niet in staat zijn om op zichzelf te wonen en ze niet passen in de bestaande woonvoorzieningen of andere vormen van 24-uurszorg, kwamen ze – mede door de ambulantisering van de zorg – op straat terecht. De meesten van hen komen al lang en zeer regelmatig in de opvang aan de Oranje Nassaulaan. Slechts een enkeling komt maar af en toe.

Emmy: “Dit is de enige plek waar ze terecht kunnen en waar ze mogen zijn wie ze zijn, mét hun verslaving.” In de opvang is het gebruik van middelen toegestaan. Wie binnenkomt geeft zijn of haar middelen aan de beveiliger af en krijgt die na controle terug om vervolgens onder toeziend oog van een medewerker te kunnen gebruiken. Ook worden in het kader van harm reduction hulpmiddelen aangeboden om besmetting te voorkomen, zoals schone naalden en injectiespuiten.

De deur open voor iedereen

Sanne: “Toen corona vorig jaar steeds meer om zich heen greep, werden landelijk alle instanties opgeroepen om de opvang van de dak- en thuislozen samen goed te waarborgen. ‘Zet de deur open voor iedereen,’ luidde de opdracht. Ook mensen die normaal gesproken niet in de opvang mogen verblijven omdat ze bijvoorbeeld geen verblijfsvergunning hebben, konden hier nu wel terecht.”

Pittige momenten

Corryne: “We waren blij dat we onze deuren mochten openen voor iedereen, maar het zorgde wel voor extra drukte in de opvang. Soms leidde dat tot heel gezellige avonden, maar vaak ook tot onrust.”

“Die onrust werd niet alleen veroorzaakt door de drukte in de opvang, maar had ook te maken met de andere coronamaatregelen,” zegt Emmy. “Toen de grenzen dicht waren, was het lastig om drugs te importeren of exporteren. Dat maakte de drugs duurder en minder beschikbaar. Daarnaast gingen dagbestedingen niet of slechts in beperkte mate door, waardoor cliënten niets te doen hadden.”

Corryne: “Op die pittige momenten heb je je collega’s heel hard nodig en moet je er echt als een team staan. Dat heeft corona wel voor ons gedaan: het bracht ons dichter bij elkaar. Hoe druk het ook was, samen konden we het aan.”

Mondkapjes op het voorhoofd

Opvallend is dat er in de hele coronatijd tot nu toe geen enkele cliënt in de dag- en nachtopvang besmet is geraakt met corona. “En dat terwijl ze hier soms bovenop elkaar zitten en de mondkapjes op het voorhoofd zetten,” zegt Corryne. De opvang werkt intensief samen met de GGD om corona buiten de deur te houden. Emmy: “Bij binnenkomst wordt bij iedereen de temperatuur opgemeten, cliënten en medewerkers moeten verplicht een mondkapje dragen, er zijn looproutes aangegeven, de bedden zijn meer verspreid over de locatie en het personeel draagt beschermingsmiddelen. Het enige dat niet lukt, is de anderhalve meter afstand bewaren. Zeker niet tijdens topdrukte.”

Ook in andere steden lijkt het aantal besmettingen onder daklozen mee te vallen (zie onder meer de rapportage van de Nederlandse Straatdokters Groep en Radboudumc), terwijl juist werd gevreesd dat deze kwetsbare groep extra hard getroffen zou worden. De snel ingevoerde maatregelen spelen hierbij waarschijnlijk een rol, maar er wordt ook wel geopperd dat het veel buiten en in beweging zijn wellicht een zekere bescherming biedt tegen het ontwikkelen van een (ernstige) corona-infectie.

Rustiger op straat

Terwijl de gemoederen in de opvang soms hoog oplopen, neemt de onrust op straat juist af. Sanne: “We ontvangen de laatste tijd minder meldingen van overlast. Dat heeft denk ik te maken met meer politietoezicht op straat en de inzet van een extra beveiliger. Daarnaast hebben we het sanctiebeleid in onze opvang aangescherpt en proberen we mensen ook op een positieve manier te stimuleren om zich rustig te houden. Dat doen we door doorstroommogelijkheden te laten zien. Het vooruitzicht op een eigen plek is een belangrijke stimulans voor cliënten om zich aan de regels te houden en soms zelfs iets minder te gebruiken.”

Sommige cliënten hebben zich echter berust in hun lot en willen helemaal niet doorstromen. Emmy: “Wanneer alcohol en drugs zo allesbepalend zijn in je leven, is het ongelooflijk moeilijk om daaruit te stappen. Zeker wanneer je niks meer hebt. Ik snap dat sommige mensen bewust voor dit leven kiezen. En ik heb groot respect voor diegenen die het wél lukt om hier uit te komen.”