Hoe houd ik mijn puber op koers?

Ondanks dat je er geen diploma voor kunt halen, is opvoeden van opgroeiende kinderen een hele prestatie. Van jongs af aan proberen ouders hun kind te beschermen tegen op de loer liggende gevaren. Terwijl die kinderen niets liever lijken te doen dan die gevaren opzoeken… Dat is een continu proces van grenzen stellen en afspraken maken. Als jongeren gaan puberen, dient zich een nieuw risico aan: genotmiddelen. Over roken zijn de meeste ouders het wel eens: ze willen niet dat hun kind gaat roken. Maar als het gaat om alcohol, wiet of gamen, zijn er keuzes te maken: bespreekbaar maken, verbieden, afspraken maken? Preventiewerker Iris de Man helpt ouders bij die opvoedingsvragen. (En geeft in dit artikel een aantal tips voor ouders!)

Goed of slecht

Iris heeft tijdens vele ouderavonden op Brabantse scholen talloze ouders geadviseerd. Iris: “Die adviezen zijn vooral preventief. Het gros van de ouders die naar zo’n ouderavond komen, hebben kinderen in de laagste klassen. Uiteraard zitten er ook wel eens ouders van wie de kinderen al gebruiken of zelfs problemen hebben door gebruik. Maar het merendeel komt toch vooral met de vraag hoe ze kunnen voorkómen dat hun kind gaat gebruiken. Ouders die naar zo’n avond komen, zijn doorgaans gemotiveerd om het ‘goed’ te doen. Maar ik praat nooit over goed of slecht, ik geef alleen tips en adviezen. Ouders bepalen zelf wat ze ermee doen. Bij de opvoeding krijgt niemand garanties. Ieder kind is anders, en sommige kinderen hebben wellicht psychische problemen die de kans op gebruik en problemen aanzienlijk vergroten. Ook factoren zoals problemen op school, gebruikende vrienden of problemen binnen het gezin kunnen de risico’s nog extra vergroten.”

“U moet wel realistisch zijn”  

Iris komt verschillende categorieën ouders tegen: ouders die al afspraken gemaakt en regels gesteld hebben, ouders die dat wel willen maar niet goed weten hoe, maar ook ouders die vinden dat een drankje of een jointje niet zo veel kwaad kan. Zij zijn van mening dat met mate drinken of een jointje roken wel moet kunnen (“U moet wel realistisch zijn”) en dat verbieden onzin is. Iris: “Laatst las ik een artikel waarin ouders aangaven dat ze NIX18 maar betutteling vonden. Dat vond ik wel verontrustend, zeker omdat duidelijk is dat die campagne ouders helpt bij de opvoeding. NIX18 is ook bewezen effectief. Na invoering daarvan is de startleeftijd waarop jongeren gaan drinken verhoogd. Dat is gunstig, omdat aangetoond is dat hoe jonger pubers beginnen met alcohol – maar ook met blowen – hoe groter de kans is dat gebruik uit de hand loopt. Ook is het risico groter dat jongeren andere drugs gaan gebruiken.”

Slecht slapen

Iris begint een ouderavond met middeleninformatie: “Dat doen we vooral om ouders te leren herkennen dat hun kind gebruikt heeft. De effecten van alcohol zijn bekend, maar hoe kun je zien dat je kind geblowd heeft of een pilletje heeft geslikt? We nemen vaak onze middelenkoffer mee met allerlei drugsattributen, zodat ouders op basis van die attributen of bijvoorbeeld de geur kunnen herkennen dat hun kind gebruikt. Signalen over gebruik zijn altijd reden om in gesprek te gaan met je kind, maar betekenen niet per definitie dat een kind problemen heeft. Mocht er wel sprake zijn van problemen, dan ervaren ouders in eerste instantie vaak een verandering in het dagelijkse leven van hun kind. Bijvoorbeeld slecht slapen, achteruitgaan van schoolprestaties, stoppen met sport of verlies van vrienden.”

Ga en blijf in gesprek

Tijdens de avond gaan ouders ook met elkaar in gesprek om eigen ervaringen uit te wisselen. Vaak doen ze dat aan de hand van een aantal prikkelende stellingen. Ouders kunnen immers ook veel van elkaar leren. Maar Iris reikt zeker ook handvatten aan. “Dat zijn adviezen waar ouders mogelijk hun voordeel mee kunnen doen, maar we schrijven de wet niet voor,” zegt Iris. “Het belangrijkste advies: praat met je kind. En niet alleen als je het vermoeden hebt dat er sprake is van middelengebruik, maar zo vroeg mogelijk. Er zijn altijd wel aanknopingspunten om het thema alcohol en drugs aan te kaarten. Als een kind eenmaal gebruikt, probeer dan in een gesprek met je kind vooral op zoek te gaan naar de reden van dat gebruik. En zoek met je kind naar oplossingen, alternatieven. Daarnaast benadruk ik altijd dat het helpt om afspraken te maken en grenzen te stellen en geef ik aan dat hun eigen voorbeeldgedrag zowel positief als negatief kan werken bij hun kind, en dat het dus van belang is om een goed voorbeeld te geven.”

“Waar maakt u zich zorgen over?”

Iris voert regelmatig gesprekken met ouders over problemen met of door gebruik, soms naar aanleiding van de ouderavonden. Maar Iris komt ook met ouders in contact door verwijzingen van school, jeugdzorg of huisarts. Of via een van haar preventiecollega’s. Iris: “De meeste verwijzingen komen echter van onze afdeling Advies & Informatie. Als er problemen zijn met middelengebruik van hun kind, weten ouders Novadic-Kentron goed te vinden. Ze bellen dan met hun vragen in eerste instantie naar mijn collega’s van A&I, die ouders dan wijzen op de mogelijkheid van een ouderpreventiegesprek. Ik begin zo’n eerste gesprek altijd met de vraag waar de ouders zich zorgen over maken. Vervolgens ga ik met die ouders op zoek naar redenen waarom hun kind gebruikt en op welke leefgebieden dat problemen oplevert. En uiteraard maak ik bespreekbaar hoe zij als ouder om kunnen gaan met het gebruik en de problemen van hun kind en wat ze eventueel anders zouden kunnen doen.”

Niets aan de hand

Het blijft zelden bij één gesprek: Iris nodigt ouders altijd uit voor een of meer vervolggesprekken. Iris: “Een probleem voor ouders is vaak dat hun kind geen problemen ervaart, zelf vindt dat er niets aan de hand is. Dat staat haaks op mijn beleving dat de problemen van jongeren de laatste jaren juist heftiger zijn geworden. Ik adviseer ouders daarom vaak om hun kind te bewegen tot een zogenaamd Moti-4-traject met een van onze preventiewerkers. In maximaal vier individuele gesprekken inventariseert de preventiewerker met de jongere het middelengebruik en de problemen die dat geeft. Vervolgens stellen ze samen een plan van aanpak op, waarin de jongere aangeeft welke stappen hij of zij gaat zetten om de situatie te veranderen. Mocht het nodig zijn, dan kan de preventiewerker een jongere toeleiden naar de hulpverlening van Kentra24, de jeugdafdeling van NK voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 24 jaar.”

Vragen?

Bel de afdeling Advies & Informatie op 073-689 90 90 of mail naar hulp@novadic-kentron.nl!