Samenwerking met SMO Verdihuis Oss: experts zoeken experts om samen beste zorg te leveren

Het gebied waar wij ons op richten, is ongekend groot. Onze professionals bewegen zich tussen xtc-gebruikers op dance-evenementen, en – helemaal aan de andere kant van het spectrum – chronisch verslaafde daklozen. Werelden van verschil. Maar we vinden het wel heel belangrijk dat élke cliënt maatwerk krijgt, met niet alleen aandacht voor het middelengebruik, maar voor het hele leven. Je kunt dan twee dingen doen: zelf alles in eigen hand nemen en “iets weten over alles”, of juist “alles weten over iets” en de rest uitbesteden. Novadic-Kentron kiest voor dat laatste. We keren steeds meer terug naar onze core business: expert zijn op het gebied van verslaving. Maar dat betekent niet dat wij onze schouders ophalen voor alle bijkomende problemen, dat we tegen een (bijna) dakloze cliënt zeggen: sorry, uw woonproblemen zijn niet onze zorg. Integendeel, door bepaalde zaken niet meer zelf te doen, wordt de totale zorg in de regio beter, eenvoudiger, efficiënter en deskundiger. Want door samen te werken met andere experts op andere gebieden, weten we samen “alles over alles”.

Dit geldt ook – en misschien wel vooral – voor personen aan de rand van de samenleving. Mensen die vaak niet alleen verslaafd zijn, maar ook andere problemen hebben, zoals met wonen. Deze kwetsbare burgers belanden vaak op straat, met als gevolg verloedering, maar ook overlast in met name de grote steden. Deze mensen van de straat af halen en hen begeleid laten wonen, is dan ook een doel van veel gemeenten.

Tussen wal en schip

In Oss beheerde Novadic-Kentron voorheen zelf groepshuizen met eigen woonbegeleiding. Ook SMO Verdihuis deed veel aan woonbegeleiding. Maar verslaafde cliënten konden niet bij het Verdihuis terecht. Daardoor vielen er mensen tussen wal en schip, want wij hadden niet de capaciteit van het Verdihuis.

Mehtap Yilmaz, teamleider specialistische GGZ: “We zijn toen met elkaar gaan praten: in hoeverre was het mogelijk dat het Verdihuis cliënten met middelenproblemen of met risico op terugval kan overnemen? Al snel werd duidelijk dat we dezelfde doelen hadden: goede zorg bieden aan mensen aan de rand van de samenleving. En het Verdihuis zag ook steeds meer in dat terugval een onderdeel kan zijn van het herstelproces. Vervolgens hebben we met het Verdihuis verkend waar de behoeften lagen.”

Op basis hiervan is begin 2015 een convenant opgesteld. Het Verdihuis zorgt voor de woonbegeleiding en Novadic-Kentron voor de behandeling van de verslavingsproblemen van de cliënt. De lijnen zijn kort en als dat nodig is, kan met een medewerker van Novadic-Kentron worden overlegd over de problemen van een cliënt. Zo nodig kunnen sámen gesprekken met de cliënt worden gevoerd.

Taboes doorbroken

Mehtap: “In het begin werden we regelmatig ingeschakeld bij problemen, maar we merken dat het Verdihuis zelf steeds kundiger wordt. Buiten de verslavingszorg zien we dat middelengebruik vaak een taboe is, een onderwerp dat vermeden wordt of dat men heel lastig vindt om te bespreken. Maar door de nauwe onderlinge samenwerking heeft het Verdihuis dat taboe weten te doorbreken. Voor de cliënten heeft deze aanpak veel voordelen: ze krijgen woonbegeleiding én verslavingszorg van de partijen in de regio die op die gebieden de meeste expertise hebben, en ze vallen niet meer buiten de boot doordat de ene partij te weinig capaciteit heeft en de ander niks met middelengebruik kan. Doordat je als instellingen niet hetzelfde doet, maar elkaar juist aanvult, wordt het totale aanbod veel beter. Door de samenwerking word je in je eigen kracht gezet, daag je elkaar uit om op je eigen gebied nog meer expertise te bieden.”

Beter en minder ingewikkeld zorgaanbod

Ook gemeentes hebben baat bij deze nieuwe samenwerkingsvormen: de expertise van elke instelling wordt optimaal benut, waardoor het totale hulpaanbod beter wordt. Ook wordt het proces bij het Wmo-loket versimpeld: het is veel overzichtelijker wie welke zorg nodig heeft en van wie hij of zij die kan krijgen.

Mehtap: “Ook in andere gemeenten kiezen we er in toenemende mate voor om niet alle zorg en begeleiding zelf te bieden, maar hiervoor samenwerking te zoeken met de experts op specifieke gebieden. We zijn niet langer elkaars concurrenten, maar bieden in de regio voor elke cliënt samen het beste zorgaanbod.”