Vijf belangrijke ontdekkingen door wetenschappers in de verslavingszorg

Eerst een persoonlijke ontdekking van NK-wetenschapper Boukje Dijkstra: “Ik kan me nog precies het moment herinneren dat ik dacht: ja, dáárom is onderzoek zo belangrijk. Voor mijn afstudeerproject werkte ik mee aan een studie naar het effect van Ritalin bij cliënten met ADHD en een verslaving. Cliënten kregen afwisselend ofwel een placebo, ofwel Ritalin. Toen ik hierbij betrokken raakte, waren er al een aantal cliënten ingestroomd en bleek Ritalin bij een deel effectief te zijn. Maar toen ik vroeg hoe de hulpverleners dat dan wisten, was het antwoord: ‘We nemen deze vragenlijst af, maar het is ook overduidelijk door de indruk die de cliënten maken.’ En ook de cliënten zelf wisten zeker of ze wel of geen Ritalin hadden gehad. Iedereen was er zo van overtuigd, dat niemand meer checkte of het wel klopte. En wat bleek toen ik het wél naging: één van de overtuigde cliënten deed het beter op een placebo dan op Ritalin terwijl iedereen natuurlijk het omgekeerde dacht… Voor mij was dat echt een eye-opener. Dáárom moet je onderzoek doen, want hoe overtuigd je ook van iets kan zijn, pas als je het onderzoekt, weet je ook of het echt zo is.”

Inmiddels is Boukje Dijkstra al láng afgestudeerd en heeft ze aan talloze studies meegewerkt. Ze is nu (onder meer) onderzoekscoördinator en supervisor bij Novadic-Kentron en traint andere professionals in het uitvoeren van onderzoek. Boukje: “Ik probeer vooral mijn passie op mensen over te dragen. Je moet continu kritisch op jezelf zijn, op de manier waarop je je werk doet. Alleen dan kun je ook echt de kwaliteit van je behandeling verbeteren.”

Iedereen zijn eigen overtuiging

Nog niet eens zó heel lang geleden, misschien nog wel tot in de jaren negentig, gebruikten hulpverleners in de verslavingszorg vooral hun eigen kompas. Boukje: “Ze volgden hun eigen overtuigingen. Er was nauwelijks inzicht in wat werkte en wat niet. Dus het kon zomaar gebeuren dat zo’n individuele, eigen aanpak bij de ene cliënt wel effectief was en bij de andere niet.” Sinds die jaren heeft de verslavingszorg een enorme kwaliteitsslag gemaakt. In vogelvlucht drie belangrijke ontdekkingen die de hele verslavingszorg ingrijpend hebben gewijzigd.

Hersenen geprogrammeerd door verslaving

Boukje: “Een van de grootste ontdekkingen is dat een langdurige verslaving je hersenen daadwerkelijk verandert. De hersenen worden zo geprogrammeerd dat ze altijd automatisch op zoek gaan naar het middel dat de verwachte beloning oplevert. Je kunt dat verschil ook aantonen op hersenscans. Je kunt de hersenen wel weer herprogrammeren, maar het is dus niet een kwestie van een knop omzetten of van wilskracht. Het betekent ook dat verslaving een chronische ziekte kan worden. Dat we langdurige opiaatverslaafden nu behandelen met medische heroïne, wat aantoonbaar effect heeft op gezondheid, bijgebruik van andere middelen, overlast voor de omgeving enzovoorts, is een bewezen effectieve behandelmethode die verder bouwt op dat bredere inzicht.”

Trauma’s aanpakken

Een andere belangrijke wetenschappelijke ontdekking is dat verslaving en psychische problemen vaak samen gaan. Boukje: “Het merendeel van mensen met een verslaving heeft ook psychische problemen. Bijvoorbeeld angsten of stemmingsklachten, ADHD of een persoonlijkheidsstoornis. Heel veel van onze cliënten hebben een trauma. De verslavingsproblemen en psychische problemen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar over en weer. Dit heeft ook consequenties voor de behandeling: zo blijkt EMDR ook goed te werken bij mensen met een verslaving en traumatische ervaringen. [Zie bijvoorbeeld dit artikel.] Je moet dus niet wachten met het behandelen van één van beide stoornissen, maar ze gelijktijdig aanpakken.”

Een positievere aanpak

Een derde ontwikkeling die de aanpak van verslaving ingrijpend heeft veranderd, is de Community Reinforcement Approach. Boukje: “Bij CRA gaan we samen met de cliënt op zoek naar positieve alternatieven voor ongezond gedrag, die uiteindelijk meer beloningen opleveren. Stel dat iemand drinkt uit eenzaamheid, dan gaan we samen met de cliënt zoeken naar manieren om die eenzaamheid aan te pakken, bijvoorbeeld door een nieuwe hobby of vrijwilligerswerk, of het volgen van een socialevaardigheidstraining. Je kijkt dus naar veel meer levensgebieden dan alleen het gebruik. Veel studies hebben inmiddels uitgewezen dat deze aanpak effectief is, en NK heeft CRA volledig omarmd als behandelvisie. Het is een heel positieve en prettige manier van behandelen, maar eentje waarvan je ook weet dat die echt wérkt.”

Baanbrekend onderzoek naar GHB-verslaving

Het onderzoek naar CRA laat zien hoe nauw de wetenschap op dit gebied verweven is met de praktijk. Onderzoek op het gebied van verslaving is vaak doelgericht en heeft direct consequenties voor de behandelwijze. NK werkt graag mee aan dit soort direct toepasbaar onderzoek. Bij NK zijn dan ook wetenschappers actief die een belangrijke bijdrage leveren aan de kennis over verslaving.

Zo heeft NK de afgelopen jaren baanbrekend onderzoek verricht naar GHB-verslaving. Boukje: “Onder andere Harmen Beurmanjer en Alex van Dongen hebben onderzoeken uitgevoerd waaruit zeer waardevolle inzichten zijn voortgekomen. Zo weten we bijvoorbeeld nu dat de detox met afbouw van medische GHB veel veiliger is dan de traditionele methode met benzodiazepines. En dat het medicijn Baclofen effectief is tegen ‘zucht’ en daarmee terugval in GHB helpt te voorkomen. Ook hebben we veel inzicht gekregen in de kenmerken van GHB-verslaving. Zo hebben mensen met een GHB-verslaving vaak ook cognitieve problemen, bijvoorbeeld met verwerken en onthouden van informatie. Voor de behandeling is dit relevant om te weten, omdat dit betekent dat je informatie op een andere manier moet aanbieden. Door al dit onderzoek hebben we de terugval na de behandeling van deze complexe verslaving al aanzienlijk weten terug te dringen. Ook onze andere onderzoekers houden zich bezig met heel concreet en toepasbaar onderzoek. Zo onderzoekt Cor Verbrugge de effectiviteit van ervaringsdeskundigheid bij de behandeling en Laura De Fuentes cognitive bias modification: hoe je de automatische en onbewuste aandacht in het brein voor genotmiddelen op een heel directe manier kunt beïnvloeden door speciale computerspelletjes. Dit soort onderzoek is dus geen abstracte wetenschap, maar verandert echt de kwaliteit van onze behandelingen.”