Voorwoord: hoop

Het ‘coronajaar’ 2020 ligt achter ons, het vaccinatieprogramma is begonnen, en ook al zal het nog een flink deel van 2021 duren voor we het boek corona kunnen sluiten, we zien nu wel eindelijk licht aan het eind van de tunnel. We hebben hoop. Hoop dat alles weer (een nieuw) normaal wordt.

Maar wordt het weer als vanouds? In het begin van de coronacrisis werd nogal eens gesproken over ‘het nieuwe normaal’. Maar zijn we het ooit echt normaal gaan vinden? Sommige dingen misschien wel. Beeldbellen met je collega’s of cliënten vinden we nog niet écht vanzelfsprekend, maar wel een stuk gewoner dan vroeger. Maar veel dingen in de ‘anderhalvemetermaatschappij’ zijn nooit gewoon geworden.

‘De nieuwe werkelijkheid’ leek toepasselijker dan ‘het nieuwe normaal’: het is nu eenmaal zo, we maken er het beste van. En de tijd na corona? Wordt dat dan weer ‘het oude normaal’ of ‘het nieuwe normaal’? Laten we hopen dat we uit de coronacrisis ook wijze lessen hebben getrokken over hoe we om moeten gaan met de dreiging van nieuwe virussen, over flexibiliteit van de zorg maar ook over de gepaste waardering van zorgmedewerkers. En natuurlijk moeten we ook de goede dingen uit de coronatijd meenemen: het vele wandelen met elkaar, snel even beeldbellen, geen files… Maar hoe ‘het nieuwe normaal’ er precies uit gaat zien? Dat weten we nog niet. We kunnen slechts hopen.

Dat hoop belangrijk is, dat weten ook onze cliënten. Als zij aan het begin van hun behandeling staan, zullen ze misschien ook eerst hopen dat alles weer terug naar ‘het oude normaal’ kan. Maar dat is wellicht niet haalbaar en ook niet wenselijk. Een crisis, een verslavingsprobleem, ontstaat niet uit het niets. Er zijn allerlei factoren die daaraan hebben bijgedragen. Als je bent gaan drinken omdat je diep ongelukkig bent met je leven en je niet goed kunt uiten, dan moeten die dingen wel worden opgelost. Zo maak je de kans op een terugval, een nieuwe crisis, een stuk kleiner. En veel cliënten met complexe, langdurige problemen zijn er sterk bij gebaat dat ze na hun herstel in een andere omgeving gaan leven, met een nieuw netwerk om zich heen. Ze worden niet meer ‘de oude’, ze worden ‘de nieuwe’.

Maar wat ‘de nieuwe’, ‘het nieuwe normaal’ is, hoe en of ze daar komen, dat blijft onzeker. En dan houdt hoop je gaande. Behandelaars, ervaringsdeskundigen, vrijwilligers en de eigen omgeving zijn cruciaal om die hoop overeind te houden, en daarmee ook de motivatie om je in te blijven zetten en de obstakels te overwinnen op de weg naar herstel. Je hebt mensen nodig die tegen je zeggen: “Echt, het komt goed, hou vol, je kunt dit!” Mensen die tegen je zeggen: “We weten nooit wat de toekomst brengt, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het veel beter wordt dan dit!” Laten we dat tegen onze cliënten zeggen. Laten we dat zeggen tegen iedereen die het moeilijk heeft en die kwetsbaar is. Laten we dat zeggen tegen elkaar. Hou vol. Het komt goed!