Voorwoord: moed

Als er één woord is dat het afgelopen voorjaar beschrijft, dan is het wel ‘onzekerheid’. We gingen vol hoop het nieuwe jaar in. De vaccinaties waren gestart en we konden weer langzaam gaan dromen over een leven ná corona. Inmiddels zijn we al een heel kwartaal verder. Een kwartaal waarin berichten over tegenvallende productie van vaccins, bijwerkingen en nieuwe varianten van het virus elkaar opvolgden. De ene dag was het goed nieuws (het vaccin werkt tóch goed tegen die en die variant!), de volgende dag slecht (we zetten de vaccinaties opnieuw stop om de bijwerkingen te onderzoeken). Zo vlogen we heen en weer van optimisme naar teleurstelling en andersom. En alsof het weer dit aanvoelde, was het ook op dat gebied een bizar voorjaar. Waarin we letterlijk in het ene weekend konden schaatsen, en het volgende weekend buiten konden picknicken. Zelfs de regering van ons land begaf zich op glad ijs, of zakte erdoorheen, of…

Mensen hebben een wonderbaarlijk aanpassingsvermogen. Dat is vorig jaar wel gebleken, ook binnen NK. Letterlijk binnen een paar weken na de start van de lockdown konden medewerkers online vergaderen en online hulp verlenen. Ook werden andere creatieve oplossingen bedacht om veilig te kunnen behandelen. Onze cliënten hadden het niet makkelijk – zeker niet als je in de kliniek zit en geen bezoek mag ontvangen – maar waardeerden de enorme inzet van behandelaars. Schouders eronder en doorgaan en over een paar maanden, in de zomer, na de zomer, volgend jaar wordt het beter! Maar het is nog niet beter, we lijken soms net zoveel stappen voor- als achteruit te zetten. Dus waar moet je je nu aan aanpassen? Waar moet je je op instellen? Als je keer op keer op keer op keer een andere koers in moet slaan, is de rek er dan op een gegeven moment niet uit?

Toch heet dit voorwoord niet ‘onzekerheid’ maar ‘moed’. Want wat is moed? Moed is niet: je onbevreesd en zonder twijfel over de goede afloop in het gevaar storten. Moed is juist: ondanks alle angst en onzekerheid stappen voorwaarts zetten. Moed is aan jezelf en je omgeving toegeven dat je een probleem met alcohol of drugs hebt, moed is hulp zoeken, ook al weet je helemaal niet in hoeverre je kunt herstellen en hoe moeilijk dat zal zijn. Moed is cliënten thuis bezoeken omdat die dat heel hard nodig hebben, wetend dat je daarmee jezelf ook meer blootstelt aan mogelijke besmetting. Moed is elke dag naar beste vermogen je werk doen en positief blijven, je kinderen blijven voorhouden dat het ‘natúúúúrlijk goed komt!’ ook al ben je vanbinnen net zo bang als zij.

Het pad naar herstel van onze cliënten is meestal geen rechte lijn, maar wordt vaak gekenmerkt door tegenslagen en terugval. Dat geldt ook voor het herstel van de coronacrisis. Juist op de momenten dat alles onzeker en angstig is, moet je je moed verzamelen. En moed verzamelen, dat gaat het beste samen. We hebben allemaal momenten dat onze moed ons even in de steek laat, maar samen hebben we genoeg! Dus help elkaar. Houd moed!