Waarom meer mannen dan vrouwen met verslaving kampen

“Jongens en meisjes krijgen andere boodschappen mee”

Cor Verbrugge, wetenschappelijk medewerker: “Ik werk al veertig jaar in de verslavingszorg, en in al die jaren waren er altijd veel minder vrouwelijke dan mannelijke cliënten. Die verhouding is tot op heden niet veranderd. Driekwart van onze cliënten is man, één kwart is vrouw.” De verschillen gelden niet alleen voor cliënten in behandeling, vrouwen drinken en gebruiken in het algemeen ook minder. Of het nu gaat om cocaïne, cannabis, xtc of GHB: mannen gebruiken anderhalf tot drie keer zo vaak drugs. Bij alcohol zijn de verschillen kleiner, maar ook hier zien we dat mannen vaker en meer drinken. Hoe komt dit?

Sensatiezoekers

Peter Greeven, hoofd behandelzaken: “We zien de verschillen tussen de seksen al ontstaan bij jongeren. Gebieden in het brein die verantwoordelijk zijn voor plannen en impulscontrole, ontwikkelen zich bij jongens later dan bij meisjes. Jongens lopen in hun puberteit een paar jaar achter in hun neurologische ontwikkeling. Tegelijk zijn jongens gemiddeld meer gericht op het zoeken van sensatie en nieuwe ervaringen. Ze gaan dus meer op pad, zijn meer geneigd om te experimenteren met middelen, nemen meer risico, en hebben tegelijkertijd ook minder controle als ze eenmaal gaan drinken of gebruiken.”

Cor: “Ook zijn er verschillen in wat we verwachten van jongens en meisjes, in de boodschappen die we hen bewust of onbewust meegeven. Jongens die stevig drinken zijn stoer, voor meisjes die veel drinken hebben we heel andere, minder vleiende termen. Wel zie je de normen daarin langzaam verschuiven, er komt meer gelijkheid tussen de seksen.”

Met het loon direct de kroeg in

Peter: “Vroeger hadden met name mannen makkelijk toegang tot drank. De eerste vormen van verslavingszorg kwamen tot stand doordat mannelijke arbeiders met hun loon direct naar het café gingen om het loon om te zetten in alcohol. Vrouwen zorgden voor de kinderen en waren meer gebonden aan huis. De zorg was toen vooral gericht op de mannelijke arbeider. Maar nu is de toegang tot alcohol niet alleen veel makkelijker geworden, maar ook gelijker tussen mannen en vrouwen. Je ziet dan ook bijvoorbeeld de laatste jaren dat de verhouding jongens en meisjes die met alcoholintoxicatie – comazuipen – in het ziekenhuis worden opgenomen, nagenoeg gelijk is. Meisjes en vrouwen maken hier helaas een inhaalslag.”

Stoerdoenerij

Cor: “We zien ook verschillen in hoe mannen en vrouwen omgaan met problemen. Vrouwen hebben meer de neiging problemen te internaliseren, mannen externaliseren. Simpel gezegd houdt dit in dat vrouwen over het algemeen meer reageren met angst- en stemmingsproblemen en mannen meer met ontwikkelings- en gedragsproblemen, zoals opstandigheid en ruzie zoeken.”

Peter: “Dat soort gedrag zorgt er niet alleen voor dat mannen vaker in de gelegenheid komen om naar middelen te grijpen, maar ook dat hun gedrag meer opvalt als ze afhankelijk van middelen zijn geworden. Jongens en mannen veroorzaken meer overlast en worden dus sneller geïdentificeerd als probleemgebruikers. Vrouwen blijven langer onder de radar. Zo had ik een cliënte die na een depressie en een scheiding twee flessen wijn per dag dronk, maar toch – op het oog – redelijk bleef functioneren en elke dag gewoon naar haar werk ging. Vrouwen zijn gemiddeld meer geneigd zich aan te passen aan hun omgeving en rekening te houden met de gevolgen van hun gedrag. En ook hier zijn het waarschijnlijk niet alleen neurobiologische verschillen, maar ook normverschillen. Openbare dronkenschap bij vrouwen wordt veel minder geaccepteerd dan bij mannen.”

Meer verborgen problemen

Cor: “Wel is het zo dat vrouwen weliswaar minder alcohol en drugs gebruiken, maar er tevens slechter tegen kunnen. Ze zijn lichter en hebben relatief meer vet en minder vocht in hun lichaam, dus zijn ze sneller dronken. Ook breekt het vrouwenlichaam alcohol minder snel af.”

Peter: “Die biologische verschillen zijn ook relevant voor de behandeling. Zo hebben vrouwen gemiddeld een lagere dosis medicatie nodig dan mannen. Bijna alle medicijnen worden getest op mannen! Pas de laatste jaren is hier meer aandacht voor. Maar verder is er bijna geen seksespecifieke hulpverlening meer, wat niet wil zeggen dat er op individueel niveau geen andere keuzes worden gemaakt: vaak ligt er een andere dynamiek onder. Opvallend is bijvoorbeeld dat we bij onze online behandeling juist meer vrouwen zien dan mannen. Dit lijkt er ook wel weer op te duiden dat verslaving en misbruik van middelen mogelijk een nog groter taboe is bij vrouwen: ze houden het nog meer verborgen, meer thuis. Online behandeling kan dan juist voor hen een ideale manier zijn om aan hun herstel te werken.”

Meer of juist minder praten

Peter: “De behandeling kan bij mannen ook een ander accent krijgen. Nog los van de individuele factoren die een rol spelen bij het middelengebruik, bijvoorbeeld vaker problemen met justitie, zijn mannen over het algemeen moeilijkere praters. Ze hebben behoefte aan een concrete aanpak, ze willen aan de slag. Een goede behandelaar houdt daar rekening mee. Tegelijk moeten ze ook leren om op een andere manier om te gaan met spanning en emoties, meer stil te staan bij de gevolgen van hun gedrag. Vrouwen zijn daarentegen soms geneigd om alles bij zichzelf te laten en juist te blijven hangen in praten. Dat kan ook voor een deel vermijding zijn: zolang je blijft praten, hoef je niet aan de slag met je problemen en verandering van je gedrag. Maar dit zijn generalisaties, er is vanuit de wetenschap weinig evidentie gevonden voor de meerwaarde van bijvoorbeeld aparte vrouwen- en mannengroepen. We zien in onze ervaringsgroepen ook dat iedereen toch herkenning vindt bij andere cliënten met verslavingsproblemen, of het nu mannen of vrouwen zijn.”

Meer weten over sekseverschillen en verslaving?

In de factsheet Sekse en gender bij problematisch alcoholgebruik of een stoornis in het gebruik van alcohol staan interessante cijfers en achtergronden bij dit thema, gebaseerd op de huidige stand van wetenschappelijk onderzoek.